Politiek, beleid en financiering

Collectief eigendom ontstaat normaal gesproken vanuit eigen initiatief en behoefte van de burger. Het is geen model dat door de overheid of gemeente wordt opgelegd, maar juist een alternatief voor het particuliere en overheidseigendom. Het is een constructie om het zelf te regelen, gemeenschappelijk en zonder de intentie om daar de maximale winst uit te halen en die uit te keren aan aandeelhouders.
Collectief eigendom sluit wat mij betreft heel goed aan bij wat de focus van de overheid en gemeente zou moeten zijn, namelijk het zorgen voor een prettige, betaalbare, gezonde, eerlijke samenleving voor iedereen, niet slechts de happy few met veel geld. Ondanks dat collectief eigendom meestal van onderop ontstaat, democratisch en onafhankelijk georganiseerd is, is de medewerking van de overheid en banken nodig om nieuwe projecten te realiseren.
In dit hoofdstuk begint ons onderzoek naar hoe het zit met de wettelijke kaders, obstakels in financiering en de coöperatieve wortels van de overheid.
Artikel
Ivo Schmetz
Sylvie van Wijk
Karsten Brunt
Ongeveer 8 minuten

Gemeenschappelijkheid als basis voor onze samenleving

Het is goed om te beginnen met de oorsprong van het woord ‘gemeente’. Dat woord stamt namelijk af van ‘meent’, het Nederlandse woord voor commons, wat gedefinieerd kan worden als ‘gemene gronden’ of ‘land in gemeenschappelijk bezit’. Gemeentes zijn oorspronkelijk ontstaan als bestuurlijke eenheden voor gemeenschappelijkheid in de samenleving. De wortels van een groot deel van ons bestuurlijke apparaat liggen dus in gemeenschappelijk bezit oftewel collectief eigendom. Het is goed om dat in ons achterhoofd te houden als we kijken naar hoe onze samenleving momenteel functioneert en wiens belangen daarin behartigd worden. Zijn dat nog steeds de belangen van onze gemeenschap en gemeenschappelijk bezit of zijn dat voornamelijk economische belangen?

Wettelijke kaders
In Nederland en andere landen is een hoop van wat we kunnen en mogen wettelijk ingekaderd. Er zijn regels voor van alles en nog wat. Zoveel zelfs dat er specialisten, adviseurs, handhaving en politie nodig zijn om ons te vertellen wat er wel en niet mag. Of je nu een huis gaat bouwen, een winkel wilt beginnen, voedsel wilt verbouwen of een kroeg wilt openen, er zijn overal regels waaraan je moet voldoen. Uiteraard is het goed dat er regels zijn om bijvoorbeeld de veiligheid van mensen te waarborgen en ervoor te zorgen dat een fabriek geen chemische afval in de dichtstbijzijnde rivier mag dumpen. Wetten en regels zijn noodzakelijk, maar als we weer teruggaan naar de betekenis van ‘gemeente’ zou je denken dat wetten voornamelijk het gemeenschappelijke bezit, de gemeenschap en de goegemeente (het gewone volk) zouden moeten dienen. Wetten en regels zouden ervoor moeten zorgen dat een samenleving zo eerlijk mogelijk geregeld wordt voor iedereen, ongeacht of je rijk of arm bent.

De bedoeling van dit systeem is dat iedereen een plek inneemt binnen de organisatiestructuur en op die manier bijdraagt aan het geheel.

Structuurverandering
Projecten in collectief eigendom zoals de OT301, De Warren of Ecodorp Boekel zijn in feite kleine samenlevingen. Het zijn plekken waar een eigen, democratische organisatiestructuur wordt opgezet om in de belangen van zowel het collectief als de betrokken individuen te voorzien. In verenigingen is de structuur altijd horizontaal, niet hiërarchisch. Dat betekent dat er niet één baas of autoriteit is. In zo’n structuur worden de grote beslissingen meestal in een ALV (Algemene Leden Vergadering) genomen en hebben de aanwezige leden een stem in wat er beslist wordt. In het beste geval wordt er besloten in consensus (unanimiteit). In het slechtste geval wordt er gestemd volgens de meeste stemmen gelden, met als onvermijdelijke gevolg dat een deel van de mensen niet helemaal tevreden zal zijn met de gemaakte beslissing. Verenigingen werken meestal met een bestuur, soms een raad van toezicht en vaak commissies, werkgroepen of cirkels waarin de leden zich in kleinere groepjes buigen over bepaalde onderwerpen. Zo zijn er vaak werkgroepen voor financiën en onderhoud, maar ook voor pr & communicatie, natuur, enzovoorts. De bedoeling van dit systeem is dat iedereen een plek inneemt binnen de organisatiestructuur en op die manier bijdraagt aan het geheel. Op deze manier maakt iedereen actief onderdeel uit van de beslissingsstructuur.
We kunnen een stad of land natuurlijk niet precies op dezelfde manier regelen, maar het zou een stuk democratischer zijn en het gemeenschappelijk belang beter dienen als de ‘gewone’ burger meer betrokken wordt in het maken van belangrijke beslissingen. Het huidige democratische systeem in Nederland, is niet veel meer dan eens per vier jaar stemmen op iemand die het dichtst met zijn/haar/hun beloftes in de buurt komt van hoe jij het graag zou zien. Als we die gedachte doortrekken naar onze wetten en regels, zou het logisch zijn dat niet alleen onze politici de wetten bepalen, maar dat ze dat doen met de actieve instemming van het volk. Het gaat per slot van rekening om het gemeenschappelijk belang, althans dat is de bedoeling.
Momenteel verkeren we in een samenleving waarin vaak niet de belangen van het volk en een gezonde aarde, maar de economische belangen en de groei van het bruto nationaal inkomen worden gediend. Het is tijd om goed te kijken naar het hoe en waarom we bepaalde wetten en regels hebben ingesteld. We moeten terugkeren naar de oorspronkelijke betekenis van ‘gemeente’. Deze oorsprong is nu misschien wel meer dan ooit van belang als we kijken naar de problematieken die op ons bord liggen. Aan deze aanhoudende problematieken kunnen we zien dat onze economische ingestelde overheden het lef en de visie missen om ze op te lossen.

Burgerberaden
Een van de manieren om burgers te betrekken in besluitvorming, is het instellen van burgerberaden. In sommige landen worden deze al ingezet. Ook in Nederland is er al mee geëxperimenteerd, maar het gebeurt nog veel te weinig. Essentieel is natuurlijk dat als je een burgerberaad organiseert je als politiek ook iets met de uitkomst doet en die niet – als het je niet bevalt – naast je neerlegt en alsnog je eigen koers vaart.
Het voordeel van een burgerberaad is dat je door middel van het samenstellen van een groep een goede afspiegeling van de samenleving kunt realiseren. Beter dan de regering dat doorgaans is. Een tweede voordeel is dat degenen in het beraad geen politieke belangen hebben zoals politici die hebben. Politici zijn over het algemeen voorzichtig om radicale beslissingen te nemen uit angst voor het verlies van kiezers bij de volgende verkiezingen.

Eigenwijze politici
Niet elke politicus laat zich leiden door het grote geld en de bijbehorende lobbyisten. Er zijn ook mensen met een ruggengraat en de wilskracht om te doen wat er gedaan moet worden. Ondanks die hoopvolle gedachte blijft de politiek wellicht altijd een ondoorzichtig schaakspel van machten en belangen, terwijl de politiek zich meer en harder in zou kunnen zetten voor dat wat echt belangrijk is. Als we kijken naar wat er momenteel gebeurt op het gebied van klimaatproblematiek en hoe de politiek daar wereldwijd mee omgaat, is dat absoluut om te huilen. Het is triester dan triest om te zien dat de belangen van bepaalde mensen en bedrijven nog steeds worden behartigd ten koste van de mensen die al aan de frontlinie van klimaatverandering staan, onze kinderen, kleinkinderen en andere toekomstige generaties. We weten al decennialang dat we verkeerd bezig zijn en toch gaat men stoïcijns door met het ongegeneerd vullen van eigen zakken. Als je als vertegenwoordiger van het volk daar niet tegenin kunt of durft te gaan, heb je niks te zoeken op het politieke toneel. Dit zijn de momenten die ertoe doen. Hiervoor ben je – als het goed is – volksvertegenwoordiger geworden. Nu is je moment!
Naast het klimaat liggen er ook andere opgaven op tafel: huisvesting, migratie, zorg, educatie, landbouw en energie. Stuk voor stuk ingewikkelde opgaven, omdat ze verweven zijn met ons economische systeem en er rijke bedrijven en families zijn met belangen die de juiste beslissingen in de weg staan. Bij al deze opgaven is duidelijk te zien dat de politiek niet in staat is om de juiste beslissingen te nemen voor de lange termijn. Een beter moment om burgerberaden in te voeren bestaat er niet.
Ik heb zelf weinig ambitie om een rol in de politiek te vervullen, maar als ik een partij op zou richten zou deze teruggaan naar de oorspronkelijke doelstelling om de belangen van de gemeenschap te dienen en het gemeenschappelijk eigendom te beschermen en uit te breiden. Een partij die strijdt voor een wenselijke toekomst voor iedereen, zowel de mens als al het niet-menselijke leven. Ik zou een partij wensen die alles op alles zet om de democratie uit te breiden door burgerberaden in te voeren en ervoor te zorgen dat alle beslissingen gericht zijn op de lange in plaats van de korte termijn. Dat is waarschijnlijk niet erg populair, maar volgens mij wel waar de politiek om zou moeten draaien. Al het andere is van ondergeschikt belang. Ik ben overigens niet voor een samenleving gebaseerd op collectief eigendom in de vorm van staatseigendom, maar collectief eigendom zoals we dat zien in de voorbeelden in deze webdocu. De politiek zou er mijns inziens niet moeten zijn om de staat te verrijken, maar om een sterke samenleving te creëren die verantwoord omgaat met de aarde waarop we leven.

Goede huisvesting regelen is meer dan huizen bouwen. Het vergt een visie, een goed doordacht plan voor de lange termijn.

Huisvesting
Al eerder noemde ik huisvesting een grote opgave voor onze politiek en samenleving. We zitten in een wooncrisis en daar gaan we met de huidige politieke visie niet uit komen. De enige oplossing die we vanuit Den Haag horen is bouwen, bouwen, bouwen, maar dat alleen is niet de oplossing. Goede huisvesting regelen is meer dan huizen bouwen. Het vergt een visie, een goed doordacht plan voor de lange termijn.
Zoals we eerder hebben kunnen lezen is in Nederland een aantal jaar geleden in de woningwet (2015) vastgelegd dat ook wooncoöperaties mee mogen doen in het spel van de huisvesting. Een aardig begin, maar lang niet voldoende om snel genoeg stappen te maken. Er is meer nodig vanuit de politiek qua wetgeving, steun, garantie en grondpolitiek om de coöperatieve beweging te doen groeien. In dit hoofdstuk kom je onder andere de verhalen tegen van Adri Duivesteijn – die helaas inmiddels is overleden (Rest In Peace beste Adri) – en het verhaal van Aart Cooiman van de Rabobank. Dit laatste verhaal, vertelt ons waarom het allemaal zo moeizaam en maar mondjesmaat op gang komt.

 

Vrije ruimte
In dit hoofdstuk is ook aandacht voor het Amsterdamse gemeentelijk beleid omtrent vrije ruimte. Dit beleid is een aantal jaar geleden gestart (2019) en heeft tot nu toe een aantal stukjes tijdelijke vrije ruimte opgeleverd. Ik vind het hoopvol dat dit beleid, Expeditie Vrije Ruimte, er is. Tegelijkertijd is het treurig om te zien dat er zo weinig en zo traag gerealiseerd wordt. Er is blijkbaar toch niet zo veel politieke wilskracht om deze ambities waar te maken. Natuurlijk is er gebrek aan ruimte in Amsterdam en moeten er afwegingen gemaakt worden, omdat er ook andere mensen zijn die ruimte nodig hebben voor andere doeleinden, maar dat excuus is wat mij betreft niet sterk genoeg.
Het feit dat er na het ingevoerde kraakverbod van 2010 niet gehandhaafd wordt op leegstand – zoals wel was beloofd – en er nog steeds een welig tierende antikraak business is, zegt genoeg over de wil om vrije ruimte te realiseren en speculatie tegen te houden. Antikraak is het levende bewijs van een systeem dat inzet op het beschermen en stimuleren van leegstand. Mensen die speculeren met vastgoed gaan voor mensen in woningnood. Dat is geen beleid bedacht om de gemeenschap te dienen, maar om investeerders en het grootkapitaal te dienen. Het is een schande dat dit soort beleid bestaat en dat er politici zijn die hun kostbare tijd verspillen aan het invoeren van een kraakverbod terwijl er zoveel andere belangrijke dingen te doen zijn. Het invoeren van het kraakverbod is het bewijs dat deze politici niet op de hoogte zijn van de waarde van vrije ruimte voor een stad, gemeenschappelijkheid en het sociaal-maatschappelijke domein. Vrije ruimte staat misschien wel dichter bij wat de gemeente oorspronkelijk was dan wat de gemeente nu zelf is.

Opstaan
Laten we met z’n allen opstaan en eisen waar we recht op hebben: volksvertegenwoordigers die doen wat ze zouden moeten doen. We willen mensen die weten wat het verschil is tussen welvaart en welzijn. Laten we vechten voor een echte democratie met burgerberaden en steun voor de coöperatieve beweging. Alleen dan hebben we kans om die wenselijke toekomst voor iedereen te realiseren en de neoliberale betovering te doorbreken.