Grond van Bestaan

Artikel
Leonie Wegertseder
Madeleine Race
Karsten Brunt
Ongeveer 9 minuten

Wijze van erbij horen 
Hoe Grond van Bestaan de weg vrijmaakt voor soeverein landgebruik in Nederland 

Grond van Bestaan past hier in Nederland het CLT (Community Land Trust) model toe om regeneratieve landbouwpraktijk levensvatbaar te maken voor de boer en de omringende gemeenschap. Door het van de markt af te halen en voor een lange periode te verhuren tegen een schappelijke prijs, verandert het land van een handelswaar tot een gemeenschapsgoed. Dit stelt boeren in staat om waarden toe te passen die de Aarde eer aan doen en onderwijl de gemeenschap toegang verschaffen tot verse, lokale productie.

Landbouw vandaag de dag, of we nu spreken over Nederland of waar dan ook in de wereld, heeft weinig van doen met de romantische visie waar velen van ons aan vast houden, een van een familie in de natuur, zorgend voor hun land en dieren. Terwijl landbouw altijd ging over geld verdienen door een voedsel overschot te creëren, is het verworden tot een heftige strijd om zaken winstgevend te houden. Dit ziet er grotendeels uit als volledig geautomatiseerde processen, zware machines die het land bewerken onderwijl grote getalen fossiele brandstoffen consumerend, een monocultuur die leidt tot verarming van de bodem en een sterk vertrouwen op pesticiden.

Een boer die een andere, meer holistische en regeneratieve benadering verlangt, kan nauwelijks wedijveren op de markt, vanwege de afgrijselijke prijzen waarvoor vruchtbare landbouwgrond in de verkoop staat. De enige manier om die prijzen te vergoeden is het toepassen van de zeer gestandaardiseerde landbouw praktijken die worden gesubsidieerd door de staat. Dit laat geen ruimte voor kleinere, gemeenschap-georiënteerde ecologische boeren die hun waarden niet te grabbel willen gooien.

 

Het probleem met landgebruik binnen het kapitalistische systeem tegenwoordig is dat waarden als betaalbaarheid, duurzaamheid, biodiversiteit of ecologische degelijkheid tekortschieten omdat het land zelf kapitaal vertegenwoordigd. Land is een goed dat kan worden gekocht, verkocht en waarmee kan worden gespeculeerd. Er is geen veiligheid in een globale markt die zo drastisch verandert, die onder controle staat van grote spelers en geen ruimte laat voor de mensen die in de huizen wonen, in de winkels werken, de grond bewerken waarover gespeculeerd wordt, laat staan de stem van al het niet menselijke leven.

Om deze reden kunnen goed bedoelde deelnemingsprocessen eens maar zo veel teweeg brengen, zelfs op gemeentelijk niveau. Overheden kunnen altijd bewoners vragen om hun inbreng en opinie, maar vaak wordt uiteindelijk voor de meest winstgevende optie gekozen. Dit laat zich regelmatig zien in het gedempte enthousiasme waarmee burgers op komen dagen bij deze participatie bijeenkomsten. Het is bekend dat het bereik waarin verandering kan plaatsvinden via democratische processen beperkt is en dat gewone mensen geen invloed hebben op grote bedrijven. 

 
 

Waarom is dat zo?
Om dit een beetje beter te begrijpen dienen we te kijken naar hoe de maatschappij is gestructureerd. We hebben de staat als de voornaamste, voordehand liggende regulerende instantie, die wordt geacht om de openbare veiligheid and rechtvaardigheid te verzekeren via wet en wetgeving. Dan is er de markt, die de staat wordt geacht te reguleren en controleren, maar ook te ondersteunen door het vergunnen van eigendomsrecht. Behalve de staat en de markt is er een derde pilaar, een die vaak wordt vergeten in deze triangel van transacties. De derde pilaar is de gemeenschap. Idealiter voorziet de markt deze gemeenschap met productiviteit en keuze, en de gemeenschap op haar beurt reguleert de markt via waarden en normen en vormt de staat door democratisch overzicht. Deze drie pilaren zijn uit balans geraakt. Waarden hebben niet langer impact op de markt. De staat is niet langer strikt gescheiden van de markt. Raghuram Rajan spreekt over deze onevenwichtigheid in zijn boek The Third Pillar, How Markets and the State Leave the Community Behind. Voor dit artikel wil ik simpelweg de disbalans aanwijzen en tegelijkertijd focussen op enkele directe en toepasbare strategieën die de gemeenschap kan gebruiken om de hindernissen van het kapitalistische systeem te omzeilen en zeggenschap terug te winnen.   

Wanneer het land gebruik betreft, ligt in het hart van deze gemeenschapsgerichte strategieën het CLT model, waarbij CLT staat Community Land Trust. Ontstaan in de Verenigde Staten om zwarte boeren toegang tot land te verschaffen, is deze strategie in de loop der tijd toegepast op allerlei soorten buurt- en gemeenschapsprojecten. Zo werd gentrificatie tegengehouden, werden bestemmingsplannen ontweken en zodoende de destructie van lokale gemeenschappen door heel Noord-Amerika voorkomen. 

 

Het doel van de CLT is om land van de markt te halen en beschikbaar te maken voor de gemeenschap.

Zoals aangehaald in de introductie is het doel van de CLT om land van de markt te halen en beschikbaar te maken voor de gemeenschap. In plaats van land te verkopen aan individuen die het gebruiken is het in eigendom van een non-profit organisatie. In dit geval is dat Grond van Bestaan, maar elke groep mensen kan een CLT funderen. Het is cruciaal dat deze organisatie geen winstoogmerk heeft. Lokale gemeenschappen, burgers, boeren of culturele collectieven in behoefte aan land kunnen land pachten van de organisatie voor een betaalbare prijs en daarmee het recht op gebruik van het land verwerven. Op deze wijze worden de rechten van gebruik gescheiden van het eigendom.   

Geïnspireerd door Ghandi, die van dorp tot dorp wandelde en de mensen aldaar vroeg om land te schenken aan hen die geen land hadden om te verbouwen, drijft het CLT model op schenkingen en rentevrije leningen, evenals crowd-funding of crown-lending campagnes. Een probleem dat ontstond vanuit deze benadering was dat een boer die een slechte oogst te verwerken kreeg vaak zijn land verkocht om te kunnen overleven. Dit leidde tot een nieuwe praktijk. Het land werd geschonken aan het dorp in plaats van de boer, zodat een onfortuinlijke oogst door de verenigde gemeenschap kon worden opgevangen. In het verleden zijn vergelijkbare concepten vaker voorgekomen. Een ervan was het heersende feodale system van de Middeleeuwen. De Duitse socioloog Ferdinand Tönnies spreekt over dit voorbeeld in zijn boek Community and Society: ‘’De verhouding tussen gemeenschap en feodale heren, en in het bijzonder die tussen de gemeenschap onderling, is niet gebaseerd op contracten, maar op wederzijds begrip, zoals binnen een familie. De dorpsgemeenschap, zelfs die waar ook de feodale heer deel vanuit maakt, is als een individueel huishouden in zijn noodzakelijke relatie tot het land. Het land van de gemeenschap is het onderwerp van haar activiteit en zorg en is bedoeld, deels, voor de collectieve doeleinden van de eenheid zelf, en deels voor de identieke en gerelateerde oogmerken van haar leden…’’

Desalniettemin belangrijk om aan te stippen is dat het feodale leenstelsel als sociaal systeem verre van rechtvaardig was. Raghuram Rajan benoemt in The Third Pillar dat de kerk tijdens de Middeleeuwen het concept van schuld bedacht, en daarmee het idee van overeenkomsten en gunsten met deadlines en gevolgen terzijde schoof. Dit stelde heren in staat om leden van de gemeenschap te verbannen en zelfs te executeren wanneer ze hun deel niet betaalden. Hiermee werd het verhuurderschap met pandjesbazen gecreëerd zoals het zich vandaag de dag nog volhardt. Ik vraag me af: kunnen we als een veeltal van gemeenschappen beetje bij beetje terug naar het concept van gunst?

 

Een van de Grond van Bestaan projecten is verbonden aan Voedselpark Amsterdam. Terwijl het gevecht om de toekomst van de Lutkemeer Polder, het laatste stuk van Amsterdams vruchtbare grond, al jaren aan de gang is, lijkt de gemeente nog steeds in twijfel te verkeren omtrent de finale beslissing over de stop van de ontwikkeling en constructie van de distributiecentra van de SADC (Schiphol Area Development Company). Ondertussen heeft Behoud Lutkemeer een uitgebreid alternatief bestemmingsplan ontwikkeld. Voedselpark Amsterdam, een bio divers akkerland met ruimte voor recreatie, participatie en educatieve programma’s en de capaciteit om productie te generen voor tweeduizend mensen, is klaar om gerealiseerd te worden. Het groene licht van de gemeente is alles wat er aan schort. Dit is geen makkelijke keuze voor het stadsbestuur omdat de vierkante meter van distributiecentra momenteel een van de meest winstgevende opties is. Zou de keuze uiteindelijk vallen ten gunste van het Voedselpark, dan zal Grond van Bestaan het eigendom van het land op zich nemen of het pachten van de gemeente om vervolgens de gebruiksrechten te vergeven aan Voedselpark Amsterdam. Daarmee zou een gemeenschaps- en natuur georiënteerde uitkomst verzekerd zijn.

 
 

Een Community Land Trust bestaat uit drie partijen die gezamenlijk beslissingen maken.

Wanneer het gaat over centralisatie van landeigendom denken velen al gauw aan communisme. Het idee van een staat die totale controle over kapitaal en grondstoffen staat ons niet aan en gelijk hebben we. In het CLT model is land niet in handen van de staat of een individu, maar van een niet-gouvernementele stichting. Dat maakt afwijking van de oorspronkelijke overeenkomst aanzienlijk lastiger, zelfs wanneer een pacht eindigt en een nieuwe aanvangt, omdat de doeleinden en waarden van de desbetreffende stichting, zoals toegankelijkheid, duurzaamheid and ecologische soliditeit, worden beschermd en gehandhaafd bij een bestuur zonder druk om winst te maken. Dit betekent dat prijzen laag blijven, generaties achtereen. Een Community Land Trust bestaat uit drie partijen die gezamenlijk beslissingen maken. Deze partijen zijn de landgebruikers (bijvoorbeeld biologische boeren), de gemeenschap die wordt beïnvloed door de manier waarop land wordt gebruikt (bijvoorbeeld de nabijgelegen gemeenschap die het voedsel consumeren) and het adviserend bestuursorgaan dat eigenaar van het land is (in ons voorbeeld Grond van Bestaan).
Deze drie partijen staan in constant dialoog met elkaar om hoogte te krijgen van de behoeftes van de gemeenschap en de landgebruiker, en om te zien hoe aan deze behoeftes voldaan kan worden binnen het waardesysteem van de CLT, wat zich in ons geval richt op biodiversiteit en bodemgezondheid. 
Deze praktijkvorm is niet alleen gunstig in het toekomen aan de behoeftes van de gemeenschap, de boeren en de natuur. Het creëert ook een web van interactie, een gezondheidssysteem van afhankelijkheid. Nu de waardes een rol spelen in de besluitvorming, maakt men zich enthousiast over deelname in hun buurt of wijk. Ze voelen dat ze gehoord en gezien kunnen worden en staan te popelen om daadwerkelijk een verschil te maken.

Het is een wijze van dingen doen die we als maatschappij helaas vaak vergeten. De meesten van ons groeien op met een individualistische mentaliteit – ‘Help jezelf want niemand anders doet het.’ CLT bouwt op een andere strategie, een die in lijn staat met de filosofie van de gemeenschappen.

De filosofie van de gemeenschappen is gebaseerd op het vertrouwen dat gemeenschaps-gedeelde bronnen, zoals land, jachtgronden en huizen fatsoenlijk beheerd kunnen worden door de mensen die deel uit maken van de gemeenschap, zonder de noodzaak voor privatisering of interferentie van de staat. Dat leidt immers vaker dan niet tot ongelijke toegang tot hulpbronnen en eindeloze voortzetting van financiële en sociale ongelijkheid. De filosofie herintroduceert het idee dat wanneer een gemeenschap goed georganiseerd wordt, deze in staat is om te gaan met de beschikbare middelen, rekening houdend met de lange termijn effecten die het gebruik van de betreffende middelen met zich meebrengt. Uiteindelijk resulteert dit in hogere gedeelde winsten en verminderde gedeelde schade. De infantilisering van burgers is niet nodig. Als men verantwoording krijgt, neemt zij het, voor de ander en het onderhoud en de zorg van de middelen waarvan zij afhankelijk is.

In deze wijze van denken herkennen we dat wat goed is voor de gemeenschap goed is voor het individu op de lange termijn. Wanneer wij een helpende hand uitsteken, zal een ander hetzelfde voor ons doen als we hulp nodig hebben. In het begin kan deze benadering onnatuurlijk aanvoelen, maar het betaalt zich uiteindelijk uit wanneer we durven te vertrouwen op de steun van onze directe omgeving. Ik kan hier uit ervaring spreken, sinds ik gezegend ben met een geweldige gemeenschap van mensen met wie ik woon en werk aan gedeelde projecten. Het proces van mijn eigen behoeftes op sommige plekken laten varen, ten goede van de gemeenschap, is een moeilijke reis maar een die de moeite loont. 

 
 

Ik weet dat veel mensen vandaag de dag een gevoel van saamhorigheid en gedeelde verantwoordelijkheid willen ontsteken. Er is beweging nodig, van denken over hoe land toebehoort aan ons naar hoe wij onszelf vinden toebehoren aan het land, van eigendom naar rentmeesterschap, van winst naar zorg. Het is mogelijk en we kunnen het zien gebeuren als we goed genoeg kijken, zelfs in onze directe omgeving. Gemeenschappen verenigen zich om ruimte, land en woningen toegankelijk te maken voor hen die bereid zijn om het te gebruiken op een manier die niet louter henzelf bedient. Een goed voorbeeld hiervan is de CLT die is opgezet door de inwoners van de H-buurt in de Bijlmer. Er is een beweging gaande naar een nieuwe manier die niet de symptomen van haar disfunctionaliteiten onderdrukt, maar in plaats daarvan luistert en ruimte maakt voor alle behoeftes om aan voldaan te worden, zowel menselijk en niet-menselijk van aard. Als we onze toekomst als mensheid willen beschermen, dienen we de bodem, de planten en de dieren die allen ons ecosysteem vormen te beschermen. We dienen onze oogkleppen af te zetten als het gaat om de uitbuiting van ons land. Grond van Bestaan neemt stappen in die richting en maakt daarmee de weg vrij naar soeverein en ecologisch solidair landgebruik. 

Facts & figures
Facts & figuresGrond van Bestaan
www.grondvanbestaan.nl
info(at)grondvanbestaan.nl
2020
Stichting