Steward ownership

Artikel
Jennifer Benson
Ivo Schmetz, Tahnee Jaftoran
Karsten Brunt
Ongeveer 11 minuten

Neem eigenaarschap, niet het eigendom

Mijn (slechte) ervaring met aandelen en eigendom
Een aantal jaar geleden zat het bedrijf waar ik werkte in de acute financiële problemen. Als commercieel directeur had ik daarom het initiatief genomen om een aanverwant buitenlands bedrijf te benaderen, om ons te redden en vervolgens mee te gaan samen werken. Dat investerende bedrijf verwierf vervolgens 80% van de aandelen en de overige 20% bleven in handen van de oprichter.

De jaren erna duwde het investerende bedrijf ons in een richting waarbij we alleen nog maar de belangen van dát bedrijf aan het dienen waren. Een richting waarvan ik wist dat het tot een faillissement van ons ‘eigen’ bedrijf zou kunnen leiden. Ons bedrijf was, kort gezegd, niet meer bezig met haar eigen bedoelingen, maar diende alleen nog maar de missie van het bedrijf van de investeerder.
Ik worstelde met de vraag: ‘Hoe ga ik nu duurzame relaties ontwikkelen met klanten, als ik niet meer zeker weet of dit bedrijf het operationeel kan waarmaken?’ Na drie jaar gezwaaid te hebben met waarschuwingsvlaggen tijdens managementmeetings, wist ik het zeker: ons bedrijf ging (alsnog) failliet.

Ik vond het onvoorstelbaar en ondraaglijk. Bijna alle duizend stakeholders van het bedrijf wilden, als het ware, linksaf, maar iemand op afstand vanuit het buitenland besloot dat we toch rechtsaf zouden gaan. En dat mocht hij, omdat hij de meerderheid van de aandelen had, terwijl met die keuze de belangen van al die andere stakeholders niet gediend waren.

Ik bereidde een doorstart voor en dacht: ‘Ik moet alle stakeholders gaan betrekken bij een toekomstig bedrijf om ervoor te zorgen dat het bedrijf dienstbaar kan blijven aan haar eigen missie.’ Mijn gedachten gingen richting een vorm van mede-eigenaarschap. Maar, hoe zou ik dan het eigendom van het toekomstige bedrijf gaan verdelen? Wat was nou eerlijk? Klanten 10%? Medewerkers 30%? Waarom niet andersom? Of misschien toch 20-20? En dan de oude aandeelhouders alsnog betrekken voor elk 20%? En een investeerder voor 40%? Maar wat als die investeerder meer zou willen? En als er nou meer medewerkers bij zouden komen, hoe kon ik dan die eigendomstaart ‘groter’ maken om dat te organiseren? Ik kwam er niet uit.

Zo werkt de wereld wel
Tijdens mijn zoektocht naar andere verhoudingen, in zowel organisatie als in eigendom, kwam ik in gesprek met Koos Bakker, medeoprichter van Odin (een biologische groothandel met supermarkten). Ik legde hem mijn vraag voor: ‘Hoe verdeel ik nou eerlijk het eigendom onder alle stakeholders?’ Zijn antwoord was: “Als het bedrijf nou gewoon 100% van zichzelf zou zijn, is dan je vraagstuk opgelost?” Ik was in shock. Wat zei hij nou werkelijk? Hoe zou ik dan die stakeholders betrekken? Hij zei: “Je kan ze nog steeds betrekken, maar doet dat gewoon op basis van wat ze nodig hebben of willen ontvangen voor de inzet die ze geleverd hebben.” Kortom: je hoeft betrokkenheid niet in bezit of eigendom uit te drukken!

Ik heb een paar dagen in shock rondgelopen. Ik zag door dat gesprek met Koos ineens in hoe valse behoeften in eigendomsconstructen en bezit waren ‘vastgezet’, en welke potenties er in dit nieuwe denken zaten!

Toen ik hem vertelde dat het toekomstig bedrijf van ‘zichzelf’ zou moeten zijn, verklaarde hij mij natuurlijk voor gek.

Ik was intussen klaar met mijn doorstartplan. Het was duidelijk dat niemand straks eigenaar van het bedrijf zou worden. Ik ging in gesprek met de grootaandeelhouder. Ik wilde hem niet buitensluiten, maar juist alsnog betrekken in toekomstige activiteiten. Toen ik hem vertelde dat het toekomstig bedrijf van ‘zichzelf’ zou moeten zijn, verklaarde hij mij natuurlijk voor gek. Na twaalf jaar dienstverband en met veel bloed, zweet en tranen voor dit geweldige bedrijf te hebben gewerkt, moesten we beide concluderen dat ik niet meer door kon gaan.
Ondanks dat ik met verdriet afscheid nam, groeide met de dag mijn enthousiasme voor die nieuwe eigendomsvorm. Het omvormen van eigendom op deze manier betekende het mogelijke fundament van een nieuwe samenleving! Immers hebben we het dan niet over politiek links (waar de tendens is om de overheid meer eigenaar te laten zijn) of politiek rechts (waar kapitaalkrachtige marktspelers juist eigenaar zijn), en ook geen politiek midden (waar compromissen worden gezocht - het zogenaamde Rijnlandse of stakeholdermodel). Het is juist een transformatie van het hele idee van eigendom van kapitaal. Ik was dolenthousiast, maar er rezen heel veel vragen tegelijkertijd. De belangrijkste waren: ‘Hoezo weet niemand hier nog van? En waarom had ik er niet eerder van gehoord?’ Het was het startmoment van mijn verdere zoektocht.

Ondernemerschap is eigenaarschap
In oktober 2018 wees Koos me op een eigendomsconferentie van Purpose Economy in Berlijn. Dit is een Duits initiatief dat het opnieuw uitdenken van eigendom maatschappelijk zichtbaar en bekend wilde maken. Op de website stond destijds ‘Entrepreneurship = ownership’ en ‘Profit serves purpose’, verwijzend naar de twee uitgangspunten voor een nieuwe formule voor eigendom:

1 - Winst is een middel. Het dient de ‘purpose’ of de betekenis van het bedrijf (vandaar ook de naam Purpose Economy, of betekeniseconomie). Dit houdt bijvoorbeeld in dat er nooit oneindig rendement uitgekeerd kan worden, want daarmee zou dat deel rendement in dienst zijn van de aandeelhouder in plaats van de onderneming. Het betekent ook dat ondernemingen geen handelswaar zijn, maar bestaan om hun betekenis te dienen. Het verkopen van een onderneming is dus niet de bedoeling, tenzij het de purpose van de onderneming echt dient.

2 - Het bedrijf is zelfsturend. De ondernemers of bestuurders die dagelijks met die purpose bezig zijn, hebben ook het zeggenschap over dat bedrijf. Dit laatste betekent ook dat eventuele investeerders geen zeggenschap kunnen kopen en niet op de verhandelbaarheid van het bedrijf kunnen speculeren.
Deze vorm van eigendom werd toen ‘purpose-owned’, ‘self-owned’ of ‘steward-owned’ genoemd.

Voorbeeldbedrijven die Purpose Economy op die conferentie zichtbaar maakte, waren onder andere Bosch, Carl Zeiss en Ecosia. Bij al deze bedrijven is het grotere deel van het eigendom zo ingericht dat de bedrijven zich ten dienste van hun eigen missie ontwikkelen. 92% van Bosch (jawel, van die wasmachines en boormachines) is bijvoorbeeld in handen van een stichting. Die stichting laat dat geld weer maatschappelijk doorwerken. De andere 8% is nog klassiek in handen van de familie die ooit Bosch oprichtte.

Over Purpose Economy in Duitsland
Purpose Economy heeft zich verwezenlijkt in vier verschillende organisaties:

1 - Een non-profit organisatie, die zich richt op het bekendmaken van deze vorm van eigendom (ook wel ‘steward-ownership’), en die onder andere onderzoek aanzwengelt, het onderwerp op de politieke agenda zet, en bijeenkomsten organiseert.

2 - Een investeringsfonds, dat met tientallen miljoenen door Purpose is geopend om deze nieuwe manier van denken kracht bij te zetten en toegankelijk te maken voor startende ondernemingen. In dit fonds verenigden zich meerdere investeerders die ook op deze duurzame manier wilde gaan investeren, zonder daarbij het zeggenschap te vragen of te kunnen meesturen op eindeloos rendement.

3 - Een gouden-aandeel stichting, die dienstbaar is aan een vorm van steward-ownership en waar ondernemingen een vetorecht aan geven. Dit vetorecht dient er alleen toe om te voorkomen dat een bedrijf (of aandelen ervan) verkocht kunnen worden. Het echte bestuur wordt gevormd door de Raad van de Aangesloten Bedrijven.

4 - Een steward-owned adviesbedrijf, dat adviseert over steward-ownershipvormen. Hier worden ondernemers begeleid die hetzelfde voor hun bedrijf willen.

Een van de mijlpalen van deze non-profitorganisatie is dat de overheid een nieuwe rechtsvorm aan het ontwikkelen is, passend bij de eerdergenoemde uitgangspunten. Deze rechtsvorm is een soort bv, maar dan met ‘gebonden’ vermogen. Het zorgt ervoor dat de ondernemers geen ondernemerswaarde voor eigen gewin kunnen onttrekken. Bovendien bracht Purpose hiermee een kentering teweeg in het normaliseren van ‘aandeelhouderswaarde’ in het rechtsleven.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Ondernemerschap is samenwerken
Laten we weer teruggaan naar Koos Bakker, medeoprichter van Odin.
Koos heeft ooit met een geldoverschot, waar hij min of meer door geluk toegang tot kreeg, de Stichting Sleipnir opgericht (voor wie van Noordse mythologie houdt: Sleipnir is het achtbenige paard van de Noorse God Odin). Deze stichting functioneert als gemeenschappelijk eigenaar en financier voor ondernemers, zonder dat die bedrijven privé-eigendom zijn of kunnen worden. Het kapitaal waar Sleipnir over beschikt, staat dan ter beschikking van alle aangesloten bedrijven. Het wordt, in goed overleg, onderling uitgewisseld en toegewezen. Het is een minimaatschappij met inmiddels tientallen aangesloten bedrijven, maar ook organisaties die vooral behoefte hebben aan kapitaal, zoals staatsvrije scholen.

Kijkend naar de uitgangspunten van Purpose, zie ik bij Sleipnir het volgende:

1 - Niet alleen winst maar ook kapitaal in bredere zin is een middel, dienstbaar aan de eigen betekenis, maar ook de samenleving. Sleipnir is dus vanuit zichzelf al een sociaal weefsel, want het kapitaal is een sociaal middel wat het samenwerken van een groep bedrijven faciliteert.

2 - Zelfbestuur: Het vrije initiatiefnemerschap of ondernemerschap wordt bij Sleipnir verder aangemoedigd; veel van de bedrijven hebben geen dienstverbanden meer maar mede-ondernemers (of medevennoten). Dit zorgt ervoor dat iedereen de verantwoordelijkheid draagt voor het succes van de purpose van het bedrijf én voor de financiële gezondheid ervan.

Sleipnir in Nederland
Stichting Sleipnir, opgericht in 1983, is eigenaar en financier van een kleine dertig bedrijven. Hoe werkt dit eigenlijk? Je kunt het eigendom van je onderneming overhevelen aan Sleipnir, die dan - naast eigenaar - een stille vennoot of stille aandeelhouder wordt in je bedrijf. De beherend ondernemer is zelf helemaal vrij in het ondernemerschap. Elk jaar draagt het bedrijf een percentage van het (door Sleipnir) verstrekte kapitaal af aan de stichting. Op het moment dat je een overschot aan winst hebt, draag je dit ook over aan Sleipnir. Elk aangesloten bedrijf neemt deel aan de Raad van Bedrijven. Als een aangesloten bedrijf behoefte heeft aan kapitaal of capaciteiten, kan dat in goed onderling overleg worden afgestemd, uitgewisseld en toegewezen.
In 2018 is ook de Sleipnir Coöperatie opgericht. Leden hiervan kunnen ervaren wat Sleipnir is en alvast oefenen hoe het is om samen te werken. Zo heeft de coöperatie een liquiditeitenfonds, waar leden geld inleggen en daar ook gebruik van kunnen maken. De coöperatie dient als een soort brug naar de stichting. Na enkele jaren wordt een lid uitgenodigd om ook tot de stichting toe te treden.
Sleipnir ondernemingen noemen hun eigen activiteit ‘geneutraliseerd ondernemen’. Hiermee verwijzen ze naar het feit dat het kapitaal geneutraliseerd is en ze daarmee dus vrij kunnen ondernemen. Ik tel ondertussen dertig aangesloten ondernemingen, waaronder de Beelhouwwinkel, The Shore, de Boomhuttenclub, Tierrafino, het Rozentuintje, en de Bijzondere Tafel.

Alle kruisverbanden van eigendom
Anno 2019 was het bedrijf waar ik weg was gegaan inmiddels daadwerkelijk failliet. Ik had besloten om te onderzoeken of ik niet als zelfstandig professional iets met dat eigendom kon. Uiteindelijk organiseerde ik voor Sleipnir de Eigendomsconferentie in 2020.
De Eigendomsconferentie vond 2 dagen voor de lockdown plaats en had 8 workshops en 150 aanwezigen. Ongeveer 10 aanwezige bedrijven hebben daarna op een of andere wijze een vervolgstap genomen wat betreft hun eigendomsvorm. Daarna is in Nederland ook de stichting We Are Stewards actief geworden, die onder andere de term steward-ownership via grote mediakanalen op de kaart zet.

 

Drievoudig eigenaarschap
De lockdown, die direct op de conferentie volgde, gaf mij de tijd om me verder in het fascinerende onderwerp te verdiepen. Al zoekende naar antwoorden kwam ik Economy Transformers tegen, die in 2019 ook onderzoek deed naar eigendomsverhoudingen. Economy Transformers publiceerde in 2020 een inspirerend document waarin staat dat het eigenaarschap eigenlijk van de creatieve ondernemers, van de gemeenschap, en van zichzelf moet zijn – en dat tegelijkertijd! Dit wordt het ‘drievoudig’ eigenaarschap genoemd. Dat onderzoek betrof eigendom van grond, maar kan zo worden doorgetrokken naar eigendom van bedrijven. Economy Transformers schetst met het drievoudig eigenaarschap ook de contouren van die potentiële nieuwe samenleving: de vrij-gelijk-samenleving. Zo kan je ‘vrij’ koppelen aan de vrijheid voor het creatieve eigenaarschap/ondernemerschap, ‘samen’ aan de gemeenschap in wiens behoefte je voorziet of de samenleving als geheel, en ‘gelijk’ aan datgene wat ontstaat als je kapitaal van zichzelf maakt (en daarmee ook uitnodigt tot initiatiefnemerschap). De vorm van Sleipnir is overigens ook in diezelfde gedachtenlijn georganiseerd.

Eigendom Anders
Eind 2021 werd ik gebeld door de Iona Stichting. Het bestuur wilde samen met  Donor Impact Invest Fund meer aandacht creëren rondom het idee van anders denken over eigendom. Een onderwerp waar ze zelf nog geen ervaringen mee of inzichten over hadden. Bovendien is het een heel breed onderwerp. Ik stelde de grote vragen: ‘Wie is dan de eigenaar van dit idee? En moeten we niet zelf eerst oefenen met wat het nu eigenlijk betekent wanneer een bedrijf of initiatief ‘van zichzelf’ is? Het zou niet kloppen om wel een podium te creëren terwijl we zelf nog niet begrijpen wat nou eigenlijk de inhoud is. Die zoektocht zijn we met een grotere groep mensen begonnen die op een of andere wijze met dit onderwerp verbonden zijn. In dit zoekproces hebben we de purpose, de intentie van Eigendom Anders, helder beschreven en deze als het ware eigenaar gemaakt van Eigendom Anders. Zo is Eigendom Anders van zichzelf, voor en door de deelnemers en mede-mogelijkmakers. Er zijn mensen die kapitaal of capaciteiten ter beschikking stellen, en er zijn deelnemers die gewoon een kaartje kopen. Niemand verbindt individuele voorwaarden aan dat ‘beschikbaar stellen’. Als er een overschot ontstaat, dan kan de groep geraadpleegd worden over wat we ermee gaan doen en wat passend zou zijn bij de intentie van Eigendom Anders. Ik noem mezelf de actieve intentie-hoeder (er zijn er meer!) en ben tevens de procesbewaker. Iedereen met een initiatief of suggestie is welkom om daarover zelf eigenaarschap te nemen, zolang het passend is binnen de intentie van Eigendom Anders.

Op 6 oktober 2022 vond de eerste editie van het Eigendom Anders Festival plaats in Common Grounds in Amersfoort, met ongeveer 90 deelnemers en 8 dialoogronden en workshops. Op 22 mei 2023 vond de tweede editie van het Eigendom Anders Festival plaats bij Zwier in Vinkeveen, met een kleine 200 deelnemers en 24 workshops.

Dus hoe kijk ik nu zelf naar deze eigendomsvormen?
In die vijf jaar fulltime (onder)zoeken, heb ik twee conclusies getrokken:

1 - Je hebt zowel het creatieve eigenaarschap (het ondernemerschap) als de purpose nodig (de ware intenties en bedoelingen die daarin schuilen) om de passende eigendomsvorm te ontwikkelen.
Het enige doel van de eigendomsvorm is namelijk om dienstbaar te zijn aan diezelfde purpose. Nu begrijp ik ook waarom Purpose Economy het woord ‘purpose’ gebruikt in haar werk. Dat creatieve eigenaarschap is al een hele klus op zichzelf! Veel ondernemers willen direct vanuit het ‘samen’ met meer mensen gaan ontwikkelen, waarna ze soms in een situatie komen waar een idee verandert naar iets wat niet de oorspronkelijke bedoeling was. Neem vooral in het begin dus eigenaarschap (maar niet het eigendom)!
In het begin van mijn zoektocht dacht ik nog: ‘We hebben veel geld nodig voor toffe bedrijven om die nieuwe samenleving te gaan creëren.’ Ik heb echter gezien dat dit een misvatting is. We hebben juist moedige, creatieve eigenaren nodig die heldere intenties en uitgangspunten vooropstellen. Het begint namelijk nooit bij geld, maar wel bij creatief eigenaarschap. Daarna komt geld als een middel.

Ik kan na vijf jaar zeggen dat ik mijn eigen verhouding tot geld en bezit volledig heb omgevormd, en me vrijer en rijker voel dan ooit tevoren.

2 - Doe onderzoek naar de samenleving waar jij naar verlangt en of geld daarin kan sturen of juist tot ongelijkheid leidt.
Ik kijk zelf nu naar geld als een middel, en omarm het als er menselijke structuren zijn die het ondernemen en samenwerken aanmoedigen, vanuit eenvoudige juridische fundamenten. In deze wijze van werken schuilt de potentie van de nieuwe samenleving, die door Economy Transformers de vrij-gelijk-samenleving wordt genoemd.
Ik kan na vijf jaar zeggen dat ik mijn eigen verhouding tot geld en bezit volledig heb omgevormd, en me vrijer en rijker voel dan ooit tevoren. Ik zie mezelf nu als ervaringsdeskundige en praktisch onderzoeker rondom eigendom en eigenaarschap. Ik maak sinds een paar jaar de ware intenties van ondernemen en samenwerken beleefbaar, en begeleid anderen naar praktische (eigendoms)vormen. Ik doe dit als deelgenoot bij Economy Transformers.
Als dit onderwerp je interesseert: voel je vooral welkom in een community van voorlopers. En, wie weet ontmoet ik je een keer bij Economy Transformers of bij het volgende Eigendom Anders Festival!