Wat is eigendom

Eigendom is een door de mens bedachte constructie en een van de fundamenten van het systeem waarop onze huidige samenleving is gebouwd. Deze constructie heeft zowel in het heden als verleden al vele conflicten veroorzaakt en zal dit waarschijnlijk ook in de toekomst blijven doen als we niets veranderen.
We zijn op een punt beland waarop we ons serieus moeten afvragen of de eigendomsstructuren die we bedacht hebben wel kloppen of ze eerlijk en of ze toekomstbestendig zijn. Waarschijnlijk weet iedereen diep van binnen de antwoorden op deze vragen wel, maar laten we wat dingen op een rijtje zetten om een overzicht krijgen van de situatie waarin we ons bevinden en wat er over eigendom gedacht en geschreven is.
Artikel
Ivo Schmetz
Sylvie van Wijk
Menno Grootveld
Ongeveer 14 minuten

De oorsprong
Ik ben mijn onderzoek begonnen met het boek Wat is eigendom van de Franse anarchist Pierre-Joseph Proudhon uit 1840. Een erg interessant boek waarin het concept eigendom gedetailleerd wordt uitgelegd en fel bekritiseerd. Een absolute aanrader en hoewel het boek meer dan 180 jaar geleden is geschreven, is het nog steeds zeer relevant. Tijdens het lezen heb ik aantekeningen gemaakt waarvan ik er een aantal in dit artikel zal delen. Laten we beginnen bij de oorsprong. Over de oorsprong van eigendom zei Proudhon het volgende:

‘Landbouw was een natuurlijk gevolg van de groei van de mensheid. En de landbouw op zijn beurt bevorderde de bevolkingsgroei en maakte de instelling van een duurzaam eigendom noodzakelijk. Want wie zou zich de moeite getroosten om te ploegen en zaaien als hij niet de zekerheid had ook te kunnen oogsten?’

Daarmee wilde hij zeggen dat landbouw de reden is voor het in bezit nemen van grond en vormt daarmee de toevallige oorzaak van het ontstaan van eigendom.

‘Alle kapitaal, materiaal en intellectueel, is het resultaat van collectief werk. Geen individuele verdienste. Dus eigenlijk allemaal collectief eigendom.

Een andere bewering van Proudhon luidt:

‘Alle kapitaal, materiaal en intellectueel, is het resultaat van collectief werk. Geen individuele verdienste. Dus eigenlijk allemaal collectief eigendom. Een stad is het product van eeuwen en daarom onverdeeld eigendom van iedereen.’

Met andere woorden: niemand bedenkt of produceert iets in z’n eentje. Iedereen profiteert van het werk van anderen en al het werk dat al gedaan is door voorgaande generaties. Iemand die beweert dat hij/zij/hen volledig op eigen kracht iets heeft bereikt gaat dus voorbij aan de inzet, energie en vergaarde kennis van mensen die voor ons leefden.
De twee rechtsgronden waarop het recht op eigendom gebaseerd zou kunnen worden, volgens Proudhon, zijn occupatie (inbezitneming) en arbeid. Daar heeft hij zelf ook behoorlijk wat twijfels bij, vooral als het gaat om gemeenschappelijke zaken zoals grond, lucht, water en licht. Daarover zegt hij:

‘Wat heeft arbeid met de toe-eigening van gemeenschappelijke zaken van doen? Wist je dan niet dat de heerschappij over grond net zomin vastgesteld kan worden als die over lucht en licht?’

Over eigendom na arbeid zegt Proudhon onder andere het volgende:

‘Mijn voorstel is: de arbeider behoudt, zelfs na ontvangst van zijn loon, nog een natuurlijk eigendomsrecht op de door hem geproduceerde zaak/waarde.’

En deze:

‘Als alle individuele krachten betaald zijn is de collectieve kracht nog niet betaald. Dus blijft er altijd een collectief eigendomsrecht.’

Die laatste vind ik erg interessant omdat hij hiermee aangeeft dat er een verschil is tussen individuele en collectieve kracht, die eigenlijk beide beloond zouden moeten worden. De erkenning van de collectieve kracht vind ik belangrijk omdat deze onmisbaar is voor alles wat we tot nu toe bereikt hebben en ooit zullen bereiken. Dat de collectieve kracht beloond moet worden met collectief eigendom, vind ik een bijzonder mooie gedachte.
Een wat meer bekende uitspraak van Proudhon is deze:

‘Eigendom is diefstal.’

Hiermee verwerpt Proudhon het feit dat de werkgever de door arbeiders geproduceerde meerwaarde in zijn zak steekt. ‘Het behoort toe aan de arbeiders. Zo niet dan worden de arbeiders bestolen.’ Daarop aansluitend zijn ook de volgende beweringen interessant:

‘Pacht voor grond, huur voor huizen en rente voor vastgezet kapitaal, zijn voordeel, winst, profijt. Drie dingen die we niet moeten verwarren met arbeidsloon of de wettelijke prijs voor werk.’

En deze:

‘Er zijn eigenaren die wel oogsten maar niet zaaien, wel consumeren maar niet produceren, wel genieten maar niet werken.’

Proudhon ging zelfs zo ver om te zeggen:

‘Het eigendomsrecht was het begin van alle kwaad op aarde, de eerste schakel in de lange keten van misdaden en ellende die de mensheid sinds zijn ontstaan met zich meesleept.’

Dat is een behoorlijk heftige conclusie, maar het zou goed kunnen dat hij gelijk heeft. Het is wat weinig onderbouwd om het zo te stellen, maar als ik naar de huidige ellende, ongelijkheid, misbruik en uitbuiting op de wereld kijk dan kan ik niet ontkennen dat eigendom, winst en voordeel daar meestal aan ten grondslag liggen. Een treurige conclusie, maar ook een hoopvolle want daardoor weten we waar de oplossing ligt.
Over de oplossing of het alternatief heeft Proudhon zelf ook nagedacht. Hij vroeg zich namelijk af of het collectivisme de samenlevingsvorm zou worden zodra het eigendom was afgeschaft. Over het collectivisme zei hij:

‘Collectivisme is ongelijkheid, maar niet zoals eigendom dat is. Eigendom is uitbuiting van de zwakken door de sterken. Collectivisme is uitbuiting van de sterken door de zwakken.’

‘Collectivisme is ongelijkheid, maar niet zoals eigendom dat is. Eigendom is uitbuiting van de zwakken door de sterken. Collectivisme is uitbuiting van de sterken door de zwakken.’

Dat is goed bedacht maar een constructie waarvan ik ook niet zeker weet of die zal werken. Ik ben er namelijk niet van overtuigd dat we zouden moeten spreken over de sterken en de zwakken, want als we het eigendom zouden afschaffen wie is dan de sterke en wie de zwakke? Gaat dat om fysieke kracht, intelligentie, mondigheid… Proudhon dacht er zelf ook verder over na en zei:

‘De derde samenlevingsvorm, een synthese van collectivisme en eigendom, noemen we vrijheid. Vrijheid is gelijkheid, omdat vrijheid alleen in de sociale staat bestaat en er zonder gelijkheid geen samenleving is. Vrijheid is anarchie, omdat ze geen heerschappij van de wil duldt, maar alleen het gezag van de wet, dat wil zeggen van de noodzaak. Vrijheid is oneindig gevarieerd, omdat ze iedere wil binnen de grenzen van de wet respecteert. Vrijheid is evenredigheid, omdat ze alle ruimte biedt voor gezonde ambitie en het onderlinge streven naar roem.’

Daaraan gekoppeld concludeerde hij het volgende:

‘Politiek is de wetenschap van de vrijheid. Het heersen van mensen over mensen, onder welke naam dan ook, is onderdrukking. De maatschappij bereikt haar hoogste graad van perfectie in de eenwording van orde en anarchie.’

Koloniaal verleden
Terwijl ik het boek van Proudhon las probeerde ik me voor te stellen hoe het leven er in zijn tijd, 1840, uitzag. Daar kan ik me door boeken en films enigszins een voorstelling van maken, maar echt begrijpen zal me nooit lukken. Zelf ben ik geboren in 1974, ruim 130 jaar later. Voor mijn gevoel is er in mijn leven belachelijk veel veranderd. Toen ik opgroeide, luisterde men naar radio, platen en cassettebandjes en keken we naar een kleuren-tv met slechts een aantal kanalen. Geen internet, geen smartphones, geen tablets, geen zoekmachines, geen Cloud enzovoorts. Het leven was redelijk eenvoudig, althans zo zien we dat nu, maar hoe zit het met 1840? Was het destijds nog vele malen eenvoudiger dan 130 jaar later? Technologisch gezien stelde het niks voor in vergelijking met waar we nu staan, maar het leven bestaat niet alleen uit technologie en daarom is het te kort door de bocht om te zeggen dat alles vroeger eenvoudig was. Het is niet noodzakelijk om een perfect beeld van het leven in 1840 te schetsen, maar het verbaast het me dat er in die ‘eenvoudige’ tijd op deze manier over eigendom werd geschreven.

Hoe is het mogelijk dat Proudhon deze gedachten had over eigendom terwijl in die tijd de slavernij nog bestond? De slavernij werd in het Nederlands Koninkrijk pas in 1863 volledig afgeschaft. Slavernij is onvrije arbeid. Gedurende de periode van de Trans-Atlantische slavenhandel werden mensen, gekidnapt en vervolgens verhandeld om te werken op plantages, in mijnen en in huishoudens. De totslaafgemaakten in eigendom geplaatst van andere mensen, werden gedwongen werk te verrichten, zonder loon en in mensonterende omstandigheden.
Mensenhandel is maar een klein onderdeel van het koloniale verleden waarover we het moeten hebben als we spreken over eigendom. Het Nederlandse koloniale tijdperk beslaat grofweg 400 jaar (1600-2010) waarin land werd ingepikt in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Midden-Amerika, Azië en Afrika. Oorspronkelijke bewoners werden afgeslacht, vernederd, onderworpen, verkracht en verhandeld. Goud, grondstoffen en producten werden gestolen en naar Europa gebracht. Deze koloniale tijd waar we ondernemende Nederlanders lange tijd trots op zijn geweest, is iets waarvoor we ons diep voor zouden moeten schamen. Natuurlijk kunnen we er niks aan doen wat onze voorouders hebben gedaan, maar met de kennis van nu zouden we zoveel mogelijk moeten doen om wat is gebeurd goed te maken. Niet alleen omdat het moet, maar omdat we het kunnen. We hoeven het alleen maar te willen. Dit heeft alles te maken met eigendom, een groot deel van de rijkdom die wij vandaag de dag in het westen genieten komt uit die tijd. Gestolen. Niet ons rechtmatige eigendom en daarmee zijn we, vandaag, nog steeds deels verantwoordelijk voor de situatie van anderen, minderbedeelden in de wereld.

De moeder aller problemen
Wie denkt dat het koloniale verleden en de slavernij afgelopen zijn moet ik teleurstellen. Nog steeds worden mensen uitgebuit, verhandeld, verminkt en verkracht. Door op winst gerichte bedrijven, in oorlogssituaties, mensenhandel, kinderarbeid, seksuele uitbuiting en ga zo maar door. Er wordt nog steeds volop en ongegeneerd misbruik gemaakt van zowel mensen als dieren en de natuur. Hoe is het mogelijk dat deze dingen nog steeds gebeuren? Hoe is het mogelijk dat we het weten en er niks aan doen? Hebben we dan niks geleerd van het verleden? Of is de conclusie van dit verhaal dat we er echt niets aan kunnen doen, omdat de mens nou eenmaal een verdorven schepsel is dat te allen tijde zal proberen zijn/haar/diens eigen positie te verbeteren ten koste van anderen? Ik hoop en geloof niet dat die conclusie klopt en sluit me daarmee aan bij Rutger Bregman’s boek De meeste mensen deugen. Natuurlijk zijn er mensen die verschrikkelijke dingen doen, maar ik weet zeker dat de meeste mensen een gelukkige, eerlijke en gezonde toekomst wensen voor zichzelf en alle anderen. Waarom we dan toch zo enorm zijn ontspoord kunnen we alleen wijten aan het systeem dat we hebben gecreëerd. Een systeem en narratief dat gebaseerd is op de veronderstelling dat je een succesvol, gelukkig en goed mens bent als je veel eigendom hebt vergaard. Ongeacht of je dat eigendom zelf hebt verdiend of cadeau hebt gekregen. Rijk zijn staat (geheel ten onrechte) voor geluk, intelligentie en succes. Armoede daar en tegen duidt op domheid, ongeluk en mislukking. Het geloof in dat narratief is waar we de fout in gaan. De zogenaamde moeder aller problemen.

De ruimte
Toen ik een tijdje geleden het boek Wat we gemeen hebben van Thijs Lijster las, kwam ik erachter dat de mens niet alleen de aarde tot handelsobject heeft gemaakt, maar ook het heelal. Er zijn mensen die stukjes Maan of Mars verkopen. Het bedrijf Lunar Embassy (met de slogan ‘Selling Extraterrestrial Real Estate since 1980’) beweert de enige partij op aarde te zijn die op legale wijze stukjes heelal mag verkopen. Dat beweren ze omdat Dennis Hope denkt dat hij een maas in de 1967 Space Treaty heeft gevonden en daarna rechtmatig het eigendom van alle planeten en bijbehorende manen heeft geclaimd. Toen ik dit voor het eerst las dacht ik dat het een grap was. Of een kunstproject van iemand die onze maatschappij een spiegel voor wilde houden, maar het bleek geen grap, het is serious business. Dat wil zeggen dat er daadwerkelijk mensen zijn die stukken Maan, Mars, Venus of andere planeten bij dit bedrijf hebben aangekocht. Mister Hope vult zijn zakken door iets te verkopen dat hem niet toebehoort.

 

De commons
Net als het nogal bizarre voorbeeld van Lunar Embassy ben ik van mening dat het een slecht idee is om grond toe te eigenen en te verhandelen. Wat dat betreft, ben ik het volledig eens met Proudhon, die zei:
‘Iemand die het verboden zou zijn over landwegen te lopen, op het veld te vertoeven, vuur te maken, bessen te plukken en in een aarden pot te koken zou niet kunnen leven. Daarom is de aarde, net als water, lucht en licht, de eerste levensbehoefte, waarvan eenieder vrij gebruik moet kunnen maken zonder het genot van anderen te schaden.’
De gedachte van het gemeenschappelijke gebruik van grond, water, licht en lucht kennen we ook als de commons. Vroeger was het heel gebruikelijk dat er gedeelde landbouwgronden, weilanden en bossen waren die gebruikt en beheerd werden voor zowel individueel als collectief nut. Helaas zijn die gedeelde gronden door de eeuwen heen verder afgegrensd en ingenomen voor privégebruik. We leven nu in een tijdperk waarin bijna elk stukje grond aan iemand toebehoort. Een situatie die ik en vele anderen graag anders zouden zien. We willen terug naar meer gemeenschappelijkheid en gedeelde gronden. Juist omdat de huidige verdeling en het grondeigendom in het algemeen voor heel veel problemen en ongelijkheid zorgt.
Gemeenschappelijk wil niet zeggen dat er geen regels of gebruiksovereenkomsten kunnen zijn, maar dat niemand het exclusieve recht heeft op het eigendom en daarmee anderen kan uitsluiten. Of zoals Proudhon het verwoorde:

‘Water, lucht en licht zijn gemeenschappelijk, niet omdat ze onuitputtelijk zijn, maar omdat ze onontbeerlijk zijn. De aarde is echter veel minder uitgestrekt dan de andere elementen, dus moet het gebruik ervan geregeld worden, en niet tot voordeel van enkelen, maar in het belang en voor de zekerheid van allen.’

De gemeenschappelijke grond kun je organiseren in een collectief eigendom constructie, maar zoals we in het artikel ‘De rechten van de natuur,’ konden lezen zouden we het ook zo kunnen regelen dat bossen, bergen, zeeën en weilanden van zichzelf zijn. Op die manier worden ze helemaal buiten het eigendom van de mens of gemeenschap van mensen geplaatst. Eigenlijk is dat in het geval van grond, water, lucht, licht en ook het heelal veel logischer. Van niemand, voor iedereen.

Water, lucht en licht zijn gemeenschappelijk, niet omdat ze onuitputtelijk zijn, maar omdat ze onontbeerlijk zijn.

Verschillende vormen van eigendom
Om het huidige systeem beter te begrijpen is het goed om praktisch te kijken naar de manier waarop dat geregeld is. Het begrip eigendom kunnen we grofweg verdelen in 5 verschillende soorten, namelijk: particulier eigendom, bedrijfseigendom, staatseigendom, collectief eigendom en steward ownership. Deze vormen van eigendom, behalve het wat nieuwere steward ownership, zijn algemeen bekend en behoeven geen verdere uitleg. Steward ownership wil zeggen dat het eigendom in deze vorm bij een bedrijf, organisatie of bos zelf ligt en niet bij een individu of aandeelhouders. Er is geen officieel Nederlands woord voor steward ownership maar we zouden het wellicht kunnen vertalen als dienend eigendom. Het wordt geregeld door het scheiden van het stemrecht en de financiële macht. Meer over het steward ownership kun je lezen op deze pagina in de webdocu.
Naast deze 5 soorten eigendom zijn er ook een hoop andere manieren om het eigendom van iets wettelijk vast te leggen. Denk bijvoorbeeld aan patenten, octrooien, copyrights, merkenrecht, naburige rechten, databankenrecht, handelsnaamrecht en kwekersrecht. Patenten en octrooien zijn overigens beide alleenrecht op technische uitvindingen. Een manier om een tijdelijk monopolie te regelen op een uitvinding of doorontwikkeling die jou het exclusieve recht geeft om een dienst of product commercieel aan te bieden. Als we even teruggaan naar het begin van het artikel waar we lazen ‘Alle kapitaal, materiaal en intellectueel is het resultaat van collectief werk. Geen individuele verdienste. Dus eigenlijk allemaal collectief eigendom.’ Dan zou je niet anders kunnen dan concluderen dat patenten/octrooien belachelijke, onterechte constructies zijn die liever vandaag dan morgen afgeschaft zouden moeten worden. Bijvoorbeeld tijdens de Coronapandemie, werd publiek geld, het belastinggeld van de burger, geïnvesteerd in het ontwikkelen van een vaccin dat vervolgens door een particulier bedrijf gepatenteerd werd. Zo kon het vaccin uiteindelijk voor heel veel geld verkocht worden, wat schandalig is. Ten eerste is het verschrikkelijk om een ontwikkeld vaccin aan de hoogste bieder te verkopen en daarmee anderen uit te sluiten. Tevens is het onbegrijpelijk dat een bedrijf het alleenrecht op een vaccin verwerft en daardoor de zakken van diens aandeelhouders kan vullen, terwijl dat vaccin niet ontwikkeld had kunnen worden zonder alle kennis die door anderen is vergaard in de eeuwen voor ons. Een patent/octrooi dient de samenleving niet, alleen de individuele verrijking.
‘Copyright’ is het Engelse woord voor auteursrechten. Dat zou je kunnen vergelijken met het idee van de patenten, maar het is zeker niet hetzelfde. Als we het over copyrights hebben dan hebben we het niet over een technische uitvinding, maar over een door iemand gecreëerd werk zoals een boek, muziekstuk, wetenschappelijke publicatie of kunstwerk. De auteursrechten gaan over het geestelijke eigendom van dat werk. Dit betekent dat de maker door middel van die copyrights het alleenrecht heeft om zijn/haar/diens werk te exploiteren. Het is algemeen bekend dat kunstenaars en muzikanten vaak worden uitgebuit door uitgevers, managers, streamingsplatformen, labels of andere figuren die hun uiterste best doen om zoveel mogelijk geld te verdienen aan andermans creativiteit. Het feit dat dit kan, geeft al aan dat het systeem van de copyrights niet goed werkt. Als je iemands geestelijke eigendom echt wilt beschermen dan zou dat stukje onverkoopbaar moeten zijn. Daarbij komt dezelfde kritiek als we ook bij het patent zagen en waar ook Proudhon het al over had. Namelijk dat intellect en talent net zo goed door collectieve inzet tot stand zijn gekomen. Een muzikant, schilder of schrijver heeft nooit iets volledig op eigen kracht gecreëerd dat is onmogelijk. Dus ook hier zou je anders moeten nadenken over wat dat geestelijk eigendom precies betekent en hoe je daarin ook die collectieve inzet vertaalt naar een stuk collectief eigendom. Wat de copyrights betreft is het hoopvol dat er ook een copyleft movement is die het publiek juist wel de vrijheid geeft om aan te passen en te herdistribueren.

Toekomst
Ik kan eindeloos blijven schrijven over de zin en onzin van eigendom, maar ik hoop dat het inmiddels duidelijk is dat onze ideeën, wetten en verhalen hoognodig aan verandering toe zijn. De focus op het persoonlijke eigendom en de individuele verrijking staan een gezonde, prettige toekomst voor het grote geheel en toekomstige generaties in de weg.
Je zult mij niet horen zeggen dat we het persoonlijke of bedrijfseigendom moeten afschaffen, helemaal niet. Dat kan gewoon blijven bestaan, maar we zouden beter moeten nadenken over de gevolgen. Wat betekenen onze structuren voor de mens, niet-menselijk leven en de aarde? Ik ben ervan overtuigd dat we het op een andere manier zouden kunnen en moeten inrichten. Een manier die minder ongelijkheid, problemen, uitbuiting en verwoesting tot gevolg heeft en in plaats daarvan het welzijn van velen verbetert.
Het is tijd om te stoppen met de verheerlijking en de agressieve bescherming van privé-eigendom en belangrijke levensbehoeften zoals wonen, zorg, educatie, communicatie, voedselproductie en openbaar vervoer bereikbaar en betaalbaar te maken voor iedereen. Op een manier die niet schadelijk is voor de aarde en de natuur.
Zoals Proudhon al zei, steden, producten, talent en intellect zijn in feite collectief eigendom omdat ze niet bedacht, verworven en/of gemaakt zijn door individuen, maar het resultaat zijn van collectief werk. Tel daarbij op dat niemand helemaal in z’n eentje kan leven en dat zelfs de rijkste persoon op aarde niks aan zijn/haar/diens rijkdom heeft als er geen onderwijzers, architecten, bakkers, elektriciens, doctoren, stratenmakers en andere vlijtige arbeiders zijn. Onze samenleving is net als een natuurlijk ecosysteem gebouwd op een veelheid van functies, talenten, meningen en voorkeuren. Een collectief systeem met ongelooflijk veel componenten die allemaal van elkaar afhankelijk zijn en dus feitelijk allemaal even belangrijk zijn. Net zo belangrijk of nog belangrijker is onze relatie met het niet-menselijke leven op aarde. Ook die relatie moet nodig herzien en hersteld worden. Al ons bezit, rijkdom, gezondheid en geluk zijn afhankelijk van een gezonde aarde. We zouden geen controle moeten hebben over de natuur, maar onszelf zien als onderdeel van de natuur, niet de grond, bossen, dieren en wateren bezitten, maar samenleven met respect en zorg voor elkaar. Dat is belangrijk omdat niet-menselijke leven een onmisbaar onderdeel is van het grote geheel.
Als we er vanuit gaan dat we het er allemaal mee eens zijn dat zo goed als alles wat we om ons heen hebben verzameld en opgebouwd het resultaat is van collectief werk dat we onmogelijk zonder elkaars hulp, talent, inzet en een gezonde natuur kunnen leven en diep in ons hart zouden we willen dat iedereen gezond, vrij en gelukkig is, dan zou het logisch zijn om onze samenleving daarnaar in te richten. In dat geval zouden we ons veel meer richten op de waardering van collectieve structuren en collectieve resultaten in plaats van te streven naar zoveel mogelijk individuele rijkdom. Ook zouden we in harmonie leven met al het niet-menselijke leven in plaats van het vernietigen van de wonderschone, magische natuur waar ons leven van afhankelijk is. Zou dat niet veel beter zijn voor onszelf en de toekomstige generaties?