Kraken

Kraken is het tijdelijk in gebruik nemen van leegstaand vastgoed of ongebruikte grond. Geen diefstal, maar een reactie op verwaarlozing, speculatie, ruimtegebrek en/of falend beleid van de overheid. Persoonlijk ben ik om meerdere redenen erg pro kraken, maar er zijn ook mensen die uitgesproken anti zijn. Ze vinden dat je met je handen van andermans eigendom af moet blijven.
Ik ga er niet van uit dat iedereen het met me eens zal zijn, maar ik zal in dit artikel proberen uit leggen waarom ik vind dat kraken zowel op individueel als collectief niveau waardevol is.
Artikel
Ivo Schmetz
Sylvie van Wijk
Karsten Brunt
Ongeveer 20 minuten

Kraken: van verbod naar verplichting

De kraak van het OLVG
Mijn eigen ervaring met kraken begint op een zonnige dag in juni 1998 als ik samen met een groepje mensen twee leegstaande vleugels van het OLVG ziekenhuis in Amsterdam-Oost openbreek. Een spannende dag, want ik had nul komma nul ervaring met kraken en geen idee wat me te wachten stond. De dag van de kraak verliep zonder problemen en zodra we de sloten hadden vervangen en wat meubilair naar binnen hadden gebracht, werd (zoals gebruikelijk) de politie gebeld om de kraak te melden. Het was destijds legaal om een pand te kraken, als het langer dan een jaar leegstond werden je niet direct ontruimd. Er was helaas al wat sloopwerk gedaan omdat het ziekenhuis de panden helemaal wilde verbouwen en dus waren veel van de waterleidingen en de elektra al buiten gebruik. Jammer voor ons, want dat betekende reparatiewerk, maar het hield ons absoluut niet tegen.
De eerste dagen in het OLVG voelden als een ontdekkingsreis. We struinden door de lange gangen, van kamer naar kamer, van etage naar etage. We inventariseerden en inspecteerden. Achtergebleven spullen die van waarde leken werden in een kamer bij elkaar gezet zodat die, indien gewenst, terug aan het ziekenhuis gegeven konden worden. In de maanden die volgden, werd er volop geklust, gebouwd en georganiseerd. Langzaam maar zeker kreeg het verlaten pand weer kleur en functie.
Het kleine groepje waarmee we het pand hadden gekraakt groeide al snel uit tot een serieus collectief. Elke week klopten er nieuwe mensen aan met de vraag of ze bij ons mochten komen wonen en zo ontstond een bont internationaal gezelschap van kunstenaars, muzikanten, dansers, schrijvers, vluchtelingen, ontruimde krakers, studenten en andere avonturiers.
Naast het werk dat verricht werd om onze woon- en werkomstandigheden te verbeteren, werd er op de begane grond een ruimte gebruiksklaar gemaakt voor De Peper, de veganistische cultuur keuken die zich bij ons had aangesloten. Andere ruimtes op de begane grond en in de kelder werden geschilderd, schoongemaakt, leeggepompt en veilig gemaakt voor publiek gebruik. We wilden niet lang na de kraak al een open dag, exposities en feestjes kunnen organiseren. Dankzij de inzet van vele vrijwilligers kregen we een hoop voor elkaar. In no-time groeide ons pand uit tot een trekpleister voor iedereen die van kunst, cultuur en experimentele feestjes hield.
In 1999 kwam het avontuur helaas weer ten einde, omdat het OLVG de benodigde vergunningen ontving en kon beginnen met de geplande verbouwing. Na een geweldloze ontruiming dropen we af en viel het collectief uit elkaar.
Er is in de 15 of 16 maanden dat we in het OLVG gewoond en gewerkt hebben zoveel gebeurt dat ik er een heel boek over vol kan schrijven. Het belangrijkste voor nu is dat de tijd in het OLVG me altijd bij zal blijven. Ik heb er ontzettend veel geleerd, veel lol gehad, mezelf opnieuw ontdekt en ervaren hoe het is om een collectief project op te zetten.

 
 
 

Bruisende stad
Het Amsterdam van die tijd was divers, rauw en avontuurlijk. Terwijl we in het OLVG woonden en van alles organiseerden, gebeurde hetzelfde in andere kraakpanden in de stad. Elk weekend was er wel ergens iets te beleven, vaak zelfs op meerdere plekken tegelijk.
Het ADM in het westelijke havengebied was een hele bijzondere plek waar werd gewoond en gewerkt. Ze organiseerden veel feestjes en andere activiteiten met het jaarlijkse Robodock festival als absoluut (sub)cultureel hoogtepunt. Aan de Oostelijke Handelskade lagen het Vrieshuis, Pakhuis Afrika, Repetitiehuis en Pakhuis Wilhelmina. Een stuk verderop langs het IJ lag de roemruchte Silo. Verder waren er nog de ELF, de Kalenderpanden, De Slang, Vrankrijk, Tsjernobiel, Donkey Kong en vele andere toffe plekken waar van alles werd georganiseerd. Amsterdam bruiste, omdat er ruimte was voor experiment en laagdrempelige, niet-commerciële initiatieven.

 
 
 

Een aantal maanden na de ontruiming van het OLVG werd door een deel van ons collectief op 14 november 1999 de oude filmacademie op de Overtoom gekraakt. Een kleiner pand dan het OLVG, maar de OT301 was ideaal voor onze gewenste combinatie van wonen, werken en publieke functies. De strijd om de OT301 heeft veel tijd en energie gekost, maar het mooie aan de kraak van het pand is dat het ons gelukt is om het in 2006 van de gemeente te kopen en om te zetten naar collectief eigendom. Was dat niet gelukt, dan had de OT301 nu zeker niet meer bestaan. Om deze reden vind ik het van groot belang om aandacht aan kraken te besteden in deze webdocu over collectief eigendom. Kraken is namelijk lange tijd een belangrijke route geweest naar collectief eigendom. Een route die wat mij betreft, aantoont dat kraken absoluut niet gaat om gratis wonen of, zoals sommige tegenstanders beweren, het vernielen en uitwonen van panden en intimideren van buren. Het toont juist aan dat krakers verantwoordelijkheid willen nemen, iets voor henzelf en de buurt willen opbouwen en daar ook een redelijke prijs voor willen betalen.

Helaas is de route van kraak naar collectief eigendom nog steeds gesloten en dat is echt eeuwig zonde.

De OT301 is niet het enige voorbeeld van een kraakpand dat is omgezet naar collectief eigendom. In Amsterdam geldt hetzelfde voor onder andere de Binnenpret/OCCII, Plantagedok, Zaal100, Nieuw en Meer, Vrankrijk, Kostgewonnen en de Frederik Hendrikschool. Stuk voor stuk inspirerende, niet-commerciële plekken die nu nog steeds bestaan omdat het destijds gelukt is om het pand aan te kopen. Na het kraakverbod in 2010 is dat niet meer gebeurd en wat mij betreft, is dat eeuwig zonde. Onder aanmoediging van angstige, conservatieve, neoliberalen heeft de overheid zichzelf in de voet geschoten. De overheid is helemaal vergeten wat er door de kraakbeweging allemaal mogelijk is gemaakt. Zo waren de nu gevierde poptempels als de Paradiso en Melkweg ooit gekraakt en zijn plekken zoals de OT301, de OCCII en Zaal100 een verrijking van het culturele landschap van de stad. Ook zouden o.a. De Jordaan, Nieuwmarktbuurt en Staatsliedenbuurt grotendeels gesloopt zijn als krakers zich daar niet tegen hadden verzet. De kraakscene, een zelf regulerende scene die decennialang functioneerde als de voedingsbodem voor zoveel moois in de stad, is de nek omgedraaid. De bruisende stad van weleer bestaat niet meer, althans niet op diezelfde manier. Natuurlijk hoort verandering bij het leven en is het goed dat niet altijd alles hetzelfde blijft, maar wat mij betreft, is er na 2010 iets belangrijks verloren gegaan. Dat wat er verloren is gegaan, probeert  de gemeente nu, na alle hardhandige ontruimingen, te repareren door middel van broedplaatsen en vrijplaatsen beleid. Het zijn goedbedoelde pogingen, maar vrije ruimte hoort niet te worden georganiseerd of gefaciliteerd door de gemeente. Helaas is ook de route van kraak naar collectief eigendom nog steeds dicht en dat is echt eeuwig zonde.

 

Nieuwe generatie krakers
Na het in 2010 ingevoerde kraakverbod is de kraakscene aanzienlijk gekrompen. Bijna alle nog bestaande kraakpanden werden ontruimd en zodra iemand het aandurfde om toch te kraken werd er ongenadig hard door de politie en burgemeester opgetreden. De kraakscene leek op sterven na dood tot er een tijdje geleden een nieuwe generatie opstond die, ondanks de wetten en het gewelddadige optreden tegen kraken, de koevoet ter hand nam en de kraakscene nieuw leven in blies. We zijn nog niet zover om te kunnen spreken van een echt grote nieuwe scene, maar het is duidelijk dat we dankzij AGFA (Anarcha-Feministische Groep Amsterdam), Mokum Kraakt, ASS (Autonomous Student Struggle), RAAK (Radikale Anti-AntiKraak) en de andere nieuwe krakers weer mogen spreken van een kraakscene. Het is een inclusieve, geweldloze, politiek geëngageerde scene die anderen inspireert om dat te doen wat eigenlijk niet meer mag, maar wel belangrijk is.

Het is een inclusieve, geweldloze, politiek geëngageerde scene die anderen inspireert om dat te doen wat eigenlijk niet meer mag

In het kader van deze webdocu spraken we met Bjorn en Eden van Mokum Kraakt in het door hun gekraakte Monument op de Nieuwezijds Voorburgwal 302. Dit is een oud, verwaarloosd pand van een eigenaar met veel geld. Het is een aantal weken gekraakt geweest voor het weer ontruimd werd en nu opnieuw leeg staat. De geschiedenis van Mokum Kraakt is nog maar kort, maar nu al mooi. Het collectief bestaat pas sinds de ontruiming van Hotel Mokum in november 2021. Het verhaal begint met de kraak van een leegstaand hotel op de Marnixstraat. Hotel Mokum zoals het pand werd genoemd, kreeg veel aandacht in de media en door hun social media tactieken veel steun vanuit de stad. Naast steun waren er ook negatieve berichten, maar ik vermoed dat de ontruiming van Hotel Mokum, onder voorwendselen van veiligheid vooral is versneld omdat de publieke opinie veranderde. De gemeente zit duidelijk niet te wachten op een groeiende steun voor krakers en actief verzet tegen de wooncrisis, dus stuurt men het liefst zo snel mogelijk een peloton knuppels om orde op zaken te stellen. Na de ontruiming hebben de krakers van Hotel Mokum zich met de Kinderen van Mokum en andere krakers verenigd, om samen het collectief Mokum Kraakt op te richten. Daarna werden o.a. panden op de Kinkerstraat, Nieuwezijds Voorburgwal en de Taksteeg gekraakt. Mokum Kraakt doet me erg denken aan onze groep in de tijd van het OLVG en het begin van de OT301. Ze zijn jong, enthousiast, gemotiveerd, artistiek en vriendelijk. Ik ben blij dat ze er zijn en dat andere collectieven panden in de Vossiustraat, Wilhelminastraat, Ringdijk, Spuistraat, Oudezijds Voorburgwal en elders worden gekraakt. Eindelijk is er weer wat leven in de brouwerij.

 
 
 

Verschillende soorten krakers
Niet alleen van buitenaf, maar ook vanuit de eigen scene is er regelmatig kritiek op krakers. De veelgehoorde kritiek van buitenaf is: krakers zijn lui, werkschuw tuig, parasieten die net zoals alle anderen zouden moeten werken om hun geld te verdienen en een huis te betalen. Of: krakers zijn gewelddadig, slopen alles en intimideren mensen. Deze kritiek komen we later nog op terug. Van binnen in de scene is er ook regelmatig kritiek op elkaar. Dat was in de tijd dat we het OLVG en de OT301 kraakten al zo en ook nu zie en/of hoor ik onderlinge kritieken.
In de tijd voor het kraakverbod was de scene groot, omdat kraken makkelijker was en er meer ruimte in de stad leegstond. De onderlinge strijd en kritieken van die tijd ontstonden naar mijn idee doordat mensen kraakten vanuit verschillende motieven. Grofweg denk ik dat je de krakers van voor het verbod kunt verdelen in 3 groepen: de kunstkrakers, krakers zoals wij in het OLVG en OT301 die niet alleen kraakten om te kunnen wonen maar ook om te werken aan kunst, muziek, film, dans enzovoorts en dat via publieke evenementen ook wilden delen met publiek. Als tweede waren er de meer politiek georiënteerde krakers die voornamelijk kraakten om te wonen en om zich af te zetten tegen speculatie en leegstand. Als derde had je de toeristenkrakers, mensen uit Portugal, Polen, Italië, Frankrijk en andere landen die hadden gehoord dat je in Amsterdam makkelijk kon kraken en op die manier gratis kon wonen.
Je kunt je waarschijnlijk wel voorstellen dat er onderlinge discussies ontstonden omdat niet iedereen vanuit dezelfde motivatie kraakte en dus ook niet op dezelfde manier te werk ging of rekening hield met buurtbewoners en het gekraakte pand. Vooral de toeristenkrakers – en ik generaliseer natuurlijk een beetje, want niet iedereen was hetzelfde –  maakten het af en toe erg bont door absoluut geen rekening te houden met de buren en een grote puinhoop te maken van het gekraakte pand. Die houding zorgde voor veel kritiek en bezorgde krakers in het algemeen een slechte naam. Ook de politiek georiënteerde krakers hadden commentaar op de kunstkrakers en vice versa. Zo werden we in het OLVG en de OT301 regelmatig uitgemaakt voor salonkrakers, omdat we zo druk bezig waren met ons programma van muziek, film, dans en kunst en we niet allemaal in het zwart gekleed waren met hoodies en piercings zoals de politieke krakers. Wij op onze beurt vonden de politiek georiënteerde krakers vaak saai en uniform, omdat ze er allemaal hetzelfde uitzagen en omdat ze zo weinig organiseerden.
Ook nu hoor of lees ik af en toe dat er onderlinge rivaliteit is tussen verschillende krakers. Kraken is natuurlijk geen religie, maar een manier om iets voor elkaar te krijgen en dus is niet iedere kraker hetzelfde. Prima, iedereen heeft recht op zijn/haar/diens eigen opvattingen, maar het is nogal onzinnig om negatief over elkaar te zijn. Daarmee help je de beweging niet. Niemand is om wat voor reden dan ook een betere, echtere of belangrijkere kraker en daar gaat het ook niet om. Niemand wil een homogene kraakscene. Diversiteit, vrijheid van mening, vrijheid van denken en doen zijn juist de kracht van vrijplaatsen en kraakpanden. Dat moeten we koesteren en stimuleren.

 

Mijn onderverdeling van kunstkrakers, politieke krakers en toeristenkrakers is niet meer helemaal actueel. Sinds de kraakwet zijn de toeristenkrakers zo goed als verdwenen, ze hebben hun heil elders gezocht. De kunst en politieke krakers bestaan zeker nog wel en daar kunnen we nu de wildkrakers, ongedocumenteerde krakers en grondkrakers aan toevoegen. Het is niet mijn bedoeling om hokjes te creëren, maar om te benadrukken dat er verschillende motivaties zijn. De wildkraker is een kraker die stilletjes kraakt, zonder hulp van de kraakscene, meestal in panden die gesloopt gaan worden. Dit zijn vaak slachtoffers van de wooncrisis die liever enigszins beschermd slapen in plaats van op straat of onder een brug. De ongedocumenteerde krakers kennen we vooral van het collectief We Are Here. Dat is een groep vluchtelingen die vanuit de overheid geen onderdak krijgt en ook niet mag werken. Ze trekken van pand naar pand, omdat ze anders op straat moeten slapen. Ze maken door hun kraakacties de onmenselijke situatie waarin ze leven zichtbaar. Grondkrakers zijn mensen die niet een gebouw, maar stuk grond hebben gekraakt. In Amsterdam hebben we Green Tribe en Krakenburg, in Groesbeek en Wageningen zijn er ook collectieven die grond kraken om daar in caravans, yurts of zelfgebouwde huisjes te gaan wonen.

Overtuiging
Laten we de onderlinge kritieken niet groter maken dan ze zijn. Ze bestaan, zijn onzinnig en daarmee is het klaar. Het is belangrijker om te kijken naar de meningen van de mensen die tegen kraken zijn en hoe we die van het tegendeel kunnen overtuigen. Zoals ik al eerder schreef, is er een grote groep mensen die tegen krakers is, omdat ze vinden dat je met je handen van andermans eigendom af moet blijven en dat iedereen zelf moet werken om zijn/haar/diens huur te betalen. De stigmatisering van kraker als werkschuw, gewelddadig tuig of vieze parasieten, zie ik vaak op sociale media, maar uiteraard ook in de publieke media wordt dit verhaal vaak onterecht verkondigd. Ik zal niet beweren dat elke kraker een engel is, want ook in deze context bewegen zich helaas figuren die het verprutsen voor anderen. Dit beeld kennen we vanuit de gehele samenleving. Denk bijvoorbeeld aan voetbalsupporters of Marokkanen waar ook een klein groepje de rest van de groep onterecht een slechte naam bezorgt.
Om het beeld van de luie, gewelddadige kraker te weerleggen, is het misschien van nut om te vermelden dat ik een blanke man van eind veertig ben die opgegroeid is in een normaal – niet rijk, niet arm – gezin met twee hardwerkende ouders. Ik ben vrij streng opgevoed, met discipline, fatsoen en respect voor anderen en andermans eigendom. Ik ben een kind uit de ondernemende middenklasse die na de havo een hbo-studie heeft gedaan en daarna zelf altijd heeft gewerkt, zowel in dienst als zelfstandig. Normaal gesproken zou ik deze informatie niet relevant achten, maar in dit verhaal wil ik ermee aantonen dat ik waarschijnlijk veel overeenkomsten heb met veel van de tegenstanders van het kraken. Zelfde achtergrond, zelfde opvoeding. Het grote verschil zit waarschijnlijk in de ervaring. Mijn ouders hebben me zeker niet pro kraken opgevoed en tot ik op mijn 22ste naar Amsterdam verhuisde, wist ik er nauwelijks iets van. Er weinig vanaf weten is een punt van aandacht, want zoals men vaak terecht zegt, maakt onbekend ook onbemind. Als je nog nooit in aanraking bent gekomen met krakers, volg je mogelijk de negatieve publieke opinie over krakers. Die onwetendheid kun je niemand kwalijk nemen, maar ik ben ervan overtuigd dat veel mensen na meer kennis en eigen ervaring op heel andere manier zouden kijken naar kraken en krakers.
Zoals we in de vorige alinea hebben gezien, kraakt niet iedereen vanuit dezelfde beweegredenen. De een kraakt uit pure noodzaak, omdat hij/zij/hen geen woning kan vinden, de ander kraakt omdat hij/zij/hen op zoek is naar werkruimte of graag in collectieve vorm iets wil oprichten dat een artistiek, sociaal of maatschappelijk doel dient. Er zijn vele verschillende redenen. Mijn reden was vooral nieuwsgierigheid en een verlangen naar avontuur. Zoals gezegd wist ik weinig tot niets van kraken toen ik met wat vrienden de deuren van het OLVG openbrak. Ik deed mee, omdat ik ervoor openstond en graag wilde ervaren hoe het zou zijn. De jaren daarna waren fantastisch en hebben me ontzettend veel gebracht. Nieuwe vriendschappen, ruimte om muziek te maken, plek om publieke events te organiseren, toevallige ontmoetingen met inspirerende figuren, bouw en klus ervaring, het opzetten van een eigen organisatiestructuur, onderhandelen met de gemeente en heel veel plezier. Natuurlijk heb ik ook mijn ogen uitgekeken naar alle vreemde snuiters die ik in de kraakpanden tegenkwam en me wel eens geïrriteerd aan het gedrag van een kraker, maar over het algemeen heeft het me alleen maar moois gebracht. Ik vind het fantastisch om te zien en ervaren dat mensen naast hun gewone werk nog tijd en energie over hebben voor een gezamenlijk project. Puur vanuit het hart, vanuit passie en niet om financiële redenen.
Ikzelf steek naast mijn 5-daagse werkweek als ontwerper heel veel tijd in de OT301 en Amsterdam Alternative. De bewering dat krakers werkschuw tuig zijn, is in mijn geval en vele andere gevallen een absolute onwaarheid. Er zullen vast en zeker werkeloze krakers zijn, maar werkeloos zijn en niet werken zijn twee verschillde dingen. Het opzetten en runnen van een kraakpand, vrijplaats of ander niet-commercieel collectief project kost namelijk heel veel tijd en energie, soms meer dan een ‘normale’ 9 tot 5 baan op kantoor. Een werkloze kraker doet waarschijnlijk veel meer dan een werkloze huurder, maar die discussie is nu niet relevant.
Ik vind ook heel stellig dat kraken geen diefstal is en dat de uitspraak dat je met je handen van andermans eigendom af moet blijven een hele onzinnige is. Ik ben absoluut voor respect voor anderen en andermans spullen, maar leegstand en verkrotting om speculatieve motieven terwijl anderen op straat slapen of meerdere banen moeten werken om de huur te kunnen betalen, vind ik veel erger. Kraken is tijdelijk gebruik, geen diefstal van eigendom. Het is gebruik tijdens leegstand om te wonen of sociaal-maatschappelijke projecten te organiseren die altijd non-profit en vaak waardevol voor de buurt zijn. Niemand wordt rijk van kraken, niemand steelt waarde. De enige die rijker wordt van leegstand en verkrotting is de meestal toch al veel te rijke eigenaar. Degene die waarschijnlijk veel meer heeft dan hij/zij/hen zelf nodig heeft. Ik vraag degene die tegen het kraken zijn zich eens af te vragen wie de parasiet is. De kraker die vanuit niet-commerciële motieven een pand tijdelijk in gebruik neemt dat met eigen middelen opknapt en hoogst waarschijnlijk sociaal-maatschappelijke functies in de buurt zal ontplooien. Of de rijke eigenaar die een pand liever laat leegstaan — om er zelf in de toekomst nog rijker van te worden — dan het tijdelijk aan een ander gunt die de ruimte echt nodig heeft? Wat mij betreft, is het antwoord heel duidelijk.

 

Waarde
Wat precies de waarde van kraken is voor de stad, is niet te meten. Althans niet op de manier zoals we in onze huidige samenleving de waarde van iets meten. We zijn zo gewend om de waarde van iets in geld uit te drukken dat we soms vergeten dat er meer en andere waardes zijn dan geld. Waarom zouden we waarde en succes moeten omrekenen naar een financiële waarde? En hoe is het mogelijk dat we zaken die niet in financiële waarde uitgedrukt kunnen worden, niet als waardevol beschouwen? Met kraken is dat net zo. Er zijn ontzettend veel meningen over kraken. De eerdergenoemde negatieve meningen, maar gelukkig zijn er ook veel mensen met positieve verhalen, die zelf hebben ervaren hoe mooi en belangrijk de kraakbeweging kan zijn voor de ontwikkeling van het individu en de stad. Ik heb eerder al aangegeven hoe waardevol de ervaringen in het OLVG en de OT301 voor mij zijn geweest. Ik zal later dieper ingaan op de waarde van kraken op individueel niveau. Laten we het eerst hebben over de waarde van kraken op stedelijk niveau, voor de samenleving, want dat is wat mij betreft makkelijk aantoonbaar.

In kraakpanden wordt vaak ruimte aan sociaal-maatschappelijke initiatieven geboden die nergens anders een plek vinden, omdat ze weinig geld hebben. Dit is een functie die steeds belangrijker wordt nu in veel gemeentes buurthuizen worden gesloten en minder ruimte beschikbaar is voor kleinschalige niet-commerciële organisaties. In kraakpanden wordt ook woonruimte gerealiseerd voor mensen die anders op straat zouden staan. Niet alleen studenten, kunstenaars en activisten wonen in kraakpanden, maar ook vluchtelingen en daklozen die door niemand anders geholpen worden. In kraakpanden worden laagdrempelige, betaalbare podia en ruimtes georganiseerd waar jonge bands, dansers, dj’s, filmmakers, kunstenaars en andere creatievelingen hun werk kunnen laten zien en/of horen. Deze podia zijn onmisbaar voor een stad die zich profileert als stad van de creative industry. Als er geen plek is waar jonge kunstenaars en muzikanten kunnen beginnen, dan is er geen aanwas voor de toekomst en zullen de creatievelingen uiteindelijk de stad verlaten, op zoek naar betaalbare ruimte. In kraakpanden worden vaak voku’s (volkskeukens) geïnstalleerd waar goedkope maaltijden worden gemaakt van voedsel dat anders weg zou worden gegooid. Heel goed dus dat iemand zich bekommert om degenen die niet genoeg geld hebben voor al die dure restaurants in de stad en tegelijkertijd iets doet tegen de oneindige verspilling van voedsel. Er zijn in kraakpanden vaak weggeefwinkels, taalcursussen, workshops, spreekuren, lezingen en andere activiteiten die in de stad geen plek vinden. Kraakpanden en vrijplaatsen bieden ruimte aan andersdenkenden, experiment en activisme. Dat is heel belangrijk. Het weerwoord, de tegencultuur en de activist spreken zich uit, strijden tegen ongelijkheid en de status quo. Waar er vroeger o.a. werd gestreden voor abortus, het homohuwelijk en de legalisatie van softdrugs, wordt er nu o.a. gestreden voor het klimaat, gelijkheid en tegen racisme en de wooncrisis. Het is belangrijk voor een stad en land dat divers, open minded, artistiek, creatief, democratisch, duurzaam, sociaal en inclusief wil zijn dat er laagdrempelige plekken zijn waar mensen kunnen vergaderen, spandoeken maken en terecht kunnen met nieuwe ideeën en creativiteit. In kraakpanden ligt een stukje van de voedingsbodem die noodzakelijk is voor toekomstig leven.

Kraakverplichting
Kraakpanden en vrijplaatsen zijn van onmiskenbaar grote waarde voor de stad. Naast de waarde voor de stad en samenleving, durf ik ook te beweren dat kraken van grote waarde kan zijn voor het individu. Ik spreek uit eigen ervaring als ik zeg dat het wonen en/of werken in een kraakpand je heel erg kan helpen in je ontwikkeling als mens. Daarmee bedoel ik dat het voor iedereen goed zou zijn om tussen hun 20ste en 25ste levensjaar minimaal een jaar in een kraakpand te wonen. Het liefst een nieuw pand, met een nieuwe groep bestaande uit verschillende mensen die vanaf nul moet beginnen. Die situatie zorgt er namelijk voor dat je jezelf als collectief moet organiseren, je moet praten, luisteren, vergaderen en discussiëren over hoe je de dingen samen aan wil pakken. Dat is niet altijd even makkelijk omdat meningen kunnen verschillen en persoonlijkheden kunnen botsen. Vergaderingen kosten tijd en zijn niet altijd even leuk, maar zijn wel heel belangrijk omdat ze de basis vormen van gedeelde verantwoordelijkheid. Je moet je eigen organisatiestructuur ontwikkelen, ervoor zorgen dat daarin ieders stem gehoord wordt en iedereen actief deelneemt aan het collectief. Onder de collectieve taken valt wat mij betreft ook het opzetten en organiseren van een publieke ruimte. Een plek waar mensen uit de buurt kunnen samenkomen voor activiteiten, muziek, eten, films, workshops en/of andere bijeenkomsten. Samen organiseren zonder winstoogmerk is waardevol, omdat je er veel creativiteit in kwijt kan, je collectief bezig bent en belangrijk bent voor de buurt en stad.

Ik denk dat het voor iedereen goed zou zijn om tussen hun 20ste en 25ste levensjaar minimaal een jaar in een kraakpand te wonen.

Het wonen en organiseren in een kraakpand gaat doorgaans zonder veel financiële middelen. Zonder budgetten om van alles en nog wat aan te schaffen of uit te laten voeren door externe bedrijven of professionals, word je vindingrijk en duurzaam omdat je hoogst waarschijnlijk zelf te werk zal gaan en gebruikte materialen zal gebruiken. Als je iets niet kunt dan zul jij of een van je vrienden het moeten leren. Op die manier leer je allemaal nieuwe, praktische skills die later vaak nog goed van pas komen. Het leven met een klein budget en zonder luxe is volgens mij ook erg belangrijk. De maatschappij waarin we leven is heel erg ingericht op consumeren. Het leven in een kraakpand zal je leren dat je het ook leuk en goed kunt hebben zonder al die spullen. Leven met minder is heel makkelijk als je daarvoor open staat en daaraan went. Veel spullen en gereedschap in een kraakpand worden gedeeld en je zult zien dat als je druk bent met organiseren, bouwen, vergaderen, samen zijn en andere dingen doen die je leuk vindt, je veel minder spullen nodig hebt om gelukkig te zijn.
Ik denk dat iedereen baat kan hebben bij de ervaring van een jaartje (of langer) in een kraakpand. Natuurlijk zal het niet voor iedereen werken, maar dat doet ons schoolsysteem en de arbeidsmarkt ook niet. Het is een proces, een ervaring, een lesje collectiviteit die je net als reizen en de kennismaking met andere culturen kan helpen om je blikveld te verruimen en jezelf te ontwikkelen. Ik weet dat het zeer onwaarschijnlijk is dat het ooit zal gebeuren, maar omdat ik overtuigd ben van de waarde van de ervaring, wil ik pleiten voor een kraakverplichting in plaats van een kraakverbod.

Kraakvriendelijke stad
Omdat de kraakverplichting nog op zich zal laten wachten, lijkt het me goed om te beginnen met de strijd voor een kraakvriendelijke stad. Zonder te denken vanuit pure nostalgie, denk ik dat we terug moeten naar de situatie van voor 2010 en dat zelfs die situatie nog verbeterd kan worden. Kraken is geen criminaliteit, geen schande of diefstal.
Tijdens de ADEV street parade van 2022 werd er gedemonstreerd voor een kraakvriendelijke stad. Om deze actie kracht bij te zetten stelde de organisatie een pamflet op met 10 kraakgeboden voor een leefbare stad. Hierin werd onder andere gesproken over: het verbod op speculatie; niet ontruimen voor leegstand; permanente plaatsen voor vrijplaatsen; de transformatie van antikraak naar sociale huur; het opstellen van een huurplafond; het aan banden leggen van verdere vercommercialisering van de stad; het stoppen van privatisering van publieke zaken; de hervorming van politie-inzet; stoppen met discriminatie en ethische profileren. Allemaal goede ideeën die zouden kunnen helpen om onze samenleving te transformeren naar een plek die prettig, eerlijk en betaalbaar is voor iedereen.
Er zijn recentelijk peilingen gedaan waaruit bleek dat een heel groot deel van de mensen in Amsterdam klaar zijn met de gentrificatie, de steeds duurder wordende stad. Niemand zit te wachten op nog meer toeristen, buitenlandse investeerders, huisjesmelkers, hotels, Nutella winkels, koopgoten en andere onzinnige meuk. In plaats daarvan willen we meer groen, meer buurthuizen, meer sportvelden, meer vrijplaatsen en meer openbare ruimte. Uit diezelfde peilingen bleek ook dat een groot deel van de mensen positief staat tegenover kraken, omdat de wooncrisis niet adequaat genoeg wordt aangepakt en de verkoop van sociale huurwoningen door blijft gaan. De kraakvriendelijke stad is dus helemaal niet zo ver weg, de meeste mensen zijn vóór. De politiek is nu aan zet. Als er aan die kant niets gebeurt, hoop ik van harte dat de huidige kraakbeweging blijft groeien en dat er voor ieder ontruimd pand vijf nieuwe panden gekraakt worden. Vanuit Amsterdam Alternative zullen we de kraakbeweging altijd, zo goed als we kunnen, blijven ondersteunen.

 

Zelf kraken
Als je na dit artikel zin hebt gekregen om zelf te gaan kraken, maar niet weet waar of hoe je moet beginnen, kijk dan of er bij jou in de buurt een kraakspreekuur is. Ze vinden plaats in Amsterdam, maar zeker ook in andere steden. Kraken is geen Amsterdamse aangelegenheid. Er moet niet alleen gestreden worden voor een kraakvriendelijk Amsterdam, maar een kraakvriendelijk Nederland, want ook in Rotterdam, Utrecht, Groningen, Nijmegen en andere steden wordt dapper doorgekraakt. Als er geen kraakspreekuur is, is het een idee om langs te gaan bij een kraakpand in de buurt, om te praten met de mensen daar. Ze bijten zeker niet, ze zijn over het algemeen zelfs heel vriendelijk en behulpzaam. Daarnaast is het ook aan te raden om een handleiding te lezen. Er zijn meerdere handleidingen en boeken geschreven over kraken. Een aantal jaar geleden (2009) is door de kraakbeweging het Witboek kraken uitgegeven. Dit boek geeft een overzicht van zo’n 80 kraakacties in 20 verschillende steden en is een reactie op het door VVD-gemeenteraadslid Bas van ’t Wout geschreven Zwartboek kraken ter ondersteuning voor het wetsvoorstel om kraken te verbieden door de kraakbeweging. Recentelijk heeft Mokum Kraakt een boek uitgebracht genaamd Pak Mokum terug, waarin verschillende verhalen en ervaringen zijn opgenomen. Daarnaast zijn er meerdere andere boeken, artikelen en documentaires om informatie in te winnen.
Als je gaat kraken is het belangrijk om een tactiek te bepalen. Denk na over hoe je te werk gaat, wie je op de hoogte stelt, wat je gaat doen in je gekraakte pand, of je jezelf presenteert via social media en of je de media te woord wil staan. Elke beslissing heeft gevolgen.
Succes!
 

Downloads
Download publicatie: Witboek Kraken
Download het boek ‘Pak Mokum Terug’ als pdf